ABRvS, 04-04-2007, nr. 200606320/1

Documentgegevens:

ABRvS 04-04-2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA2240, m.nt. F.R. Vermeer

Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Datum: 4 april 2007
Magistraten: Mrs. M. Vlasblom, W. Konijnenbelt, P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
Zaaknummer: 200606320/1
Noot: F.R. Vermeer
LJN: BA2240
JCDI: JCDI:ADS859659:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht (V)
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Brondocumenten: ECLI:NL:RVS:2007:BA2240, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 04‑04‑2007
Wetingang: Awb art. 8:29, 8:42; Gemw art. 121, 174; Wet op de kansspelen art. 30f; Eerste Protocol bij EVRM art. 1; APV ’s-Gravenhage art. 67

Essentie

Verhouding APV-bepaling tot EVRM, Gemeentewet en Wet op de kansspelen; toepasselijkheid beleidsregel; motivering sluitingsduur speelautomatenhal; mogelijkheid tot indiening van verzoek tot intrekking sluitingsbevel op grond van gewijzigde omstandigheden.

Samenvatting

De burgemeester heeft bij het aanwenden van zijn sluitingsbevoegdheid met betrekking tot speelautomatenhallen aansluiting gezocht bij de Structuurvisie. De rechtbank heeft dit terecht niet onredelijk geacht, nu dergelijke inrichtingen, voor zover het gaat om de bescherming van de openbare orde, belangrijke overeenkomsten met de reguliere horeca vertonen. De Afdeling ziet geen grond voor het oordeel dat aldus het gebruik van de bevoegdheid tot sluiting onvoldoende voorspelbaar is. Het bepaalde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.