AB 2009, 38
HvJ EG, 16-12-2008, nr. C-210/06: Cartesio
HvJ EG 16-12-2008, ECLI:EU:C:2008:723, m.nt. R.J.G.M. Widdershoven (Cartesio)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
16 december 2008
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, K. Lenaerts, A. Ó Caoimh, J.-C. Bonichot, K. Schiemann, J. Makarczyk, P. Kūris, E. Juhász, L. Bay Larsen, P. Lindh
- Zaaknummer
C-210/06
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- LJN
BG7810
- Roepnaam
Cartesio
- JCDI
JCDI:ADS225344:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2008:723, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (Grote kamer), 16‑12‑2008
ECLI:EU:C:2008:294, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (Grote kamer), 22‑05‑2008
- Wetingang
Essentie
Bevoegdheid tot het stellen van prejudiciële vragen. Geen hogere voorziening tegen een prejudiciële verwijzing.
Samenvatting
Een rechterlijke instantie bij wie hoger beroep is ingesteld tegen een beslissing van de rechtbank, waarbij een verzoek om wijziging van een vermelding in het handelsregister is afgewezen, moet worden aangemerkt als een rechterlijke instantie die krachtens art. 234 EG-verdrag bevoegd is een verzoek om een prejudiciële beslissing in te dienen, niettegenstaande het feit dat noch de procedure voor die rechtbank, noch de appelprocedure op tegenspraak wordt gevoerd.
Een rechterlijke instantie, tegen wiens beslissingen cassatieberoep kan worden ingesteld, kan niet worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.