Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/7.3.2:7.3.2 Handelsgebruiken
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/7.3.2
7.3.2 Handelsgebruiken
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS507167:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Idem art. 28 lid 4 Modelwet Arbitrage.
Zie MvA II, TvA 1986, blz. 84.
MvT II, TvA 1984/4A, blz. 40.
SANDERS, Het nieuwe arbitragerecht, art. 1054, aant. 3.
Vgl. art. 35 lid 3 UNCITRAL Arbitration Rules, ofschoon het scheidsgerecht ook daarin niet wordt opgedragen de handelsgebruiken toe te passen, doch ermee rekening te houden.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ingevolge art. 1054 lid 4 Rv houdt het scheidsgerecht in alle gevallen rekening met de toepasselijke handelsgebruiken.1 Arbiters zullen, als zij uit de desbetreffende tak van handel afkomstig zijn, de handelsgebruiken waarschijnlijk als geen ander kennen.
Verdedigd wordt wel dat de wet met art. 1054 lid 4 Rv "ultra vires" gaat aangezien het toepasselijk materieel recht bepaalt of, en zo ja, welke handelsgebruiken van toepassing zijn.2 Ofschoon de wet uitdrukkelijk bepaalt dat de handelsgebruiken toepasselijk moeten zijn en dat aldus niet met alle handelsgebruiken ongeacht hun origine rekening moet worden gehouden, zal mijns inziens niet (alleen) het toepasselijk materieel recht bepalen met welke handelsgebruiken het scheidsgerecht rekening zal houden. Zulks blijkt alleen al uit de zinsnede in art. 1054 lid 4 Rv dat het scheidsgerecht in alle gevallen rekening moet houden met de handelsgebruiken. Hiermee duidt de wet erop dat het scheidsgerecht ongeacht de beslissingsmaatstaf met de handelsgebruiken rekening zal houden.3
Ofschoon de wet het scheidsgerecht opdraagt dat het in alle gevallen met de handelsgebruiken rekening houdt, heeft zij het scheidsgerecht op dit punt toch vrij willen laten. Indien blijkt dat het in een bepaald geval geen rekening heeft gehouden met de handelsgebruiken, zal het arbitraal vonnis niet wegens schending van de opdracht (op de voet van art. 1065 lid 1 (c) Rv) kunnen worden vernietigd.4 Verdedigd kan worden dat vernietiging op die grond wel mogelijk is als partijen het scheidsgerecht zelf nog eens uitdrukkelijk hebben opgedragen handelsgebruiken toe te passen.5 Uit het arbitraal vonnis moet dan wel blijken dat het scheidsgerecht de gebruiken niet heeft toegepast, want ook op dit punt is inhoudelijke toetsing van het arbitraal vonnis niet toegestaan (zie 11.6.2).
Wij moeten wederom bedenken dat het scheidsgerecht bij de beoordeling van de vraag of het op grond van een geldige arbitrageovereenkomst bevoegd is, met de handelsgebruiken (slechts) rekening moet houden voorzover de gewone rechter dat zal doen bij de beoordeling van die vraag. De gewone rechter heeft daarover immers het laatste woord (art. 1022 lid 1 Rv, art. 1063 lid 1 Rv en art. 1065 lid 1 (a) en (e) Rv) (zie 11.2.1).