NJB 2012/351
HR, 27-01-2012, nr. 10/02732
HR 27-01-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU3777
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 januari 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, C.E. Drion en G. Snijders
- Zaaknummer
10/02732
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BU3777
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU3777, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑01‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU3777, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑05‑2010
- Wetingang
BW art. 1:245 lid 1 jo. lid 4, 3:94 lid 1, 6:127 lid 2, 6:130 lid 1
Essentie
In het tussen partijen gesloten echtscheidingsconvenant is bepaald dat de man een vordering op de vrouw heeft wegens overbedeling, dat de man deze vordering voor gelijke delen cedeert aan de kinderen en voorts dat de man partneralimentatie moet betalen. De man heeft het eenhoofdig gezag over een van de kinderen. Als wettelijk vertegenwoordiger vordert hij betaling van het aan dat kind gecedeerde deel van de vordering uit overbedeling. De vrouw beroept zich op verrekening met een partneralimentieschuld.
HR: 1. Procespartij. Het betoog dat de moeder niet-ontvankelijk is in het in cassatieberoep, omdat het kind inmiddels meerderjarig is geworden, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.