RvdW 2017/578
Rechtmatige uitoefening bediening BOA? Slagende bewijsklacht. Uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt niet van het geven van een aanwijzing in de zin van art. 73 Wet personenvervoer 2000. Materieel strafrecht en overig strafrecht.
HR 09-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:828
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 mei 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/02975
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:828, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:314, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2017
Essentie
Rechtmatige uitoefening bediening BOA? Slagende bewijsklacht. Uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt niet van het geven van een aanwijzing in de zin van art. 73 Wet personenvervoer 2000. Materieel strafrecht en overig strafrecht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 15 juni 2015, nummer 22/004173-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. J.Y. Taekema, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1.
De verdachte is bij arrest van 15 juni 2015 door het Gerechtshof Den Haag wegens 1. “wederspannigheid, terwijl het misdrijf of de daarmede ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.