RAV 2009, 55
Schadevergoeding. Moet bij berekening van overlijdensschade rekening worden gehouden met inkomensschade van achterblijvende echtgenoot die minder is gaan werken om voor kind te zorgen?
HR 10-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG8781 (Philip Morris/Bolink)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/11948
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BG8781
- Roepnaam
Philip Morris/Bolink
- JCDI
JCDI:ADS859486:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG8781, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG8781, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑12‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑08‑2007
- Wetingang
BW art. 6:108
Essentie
Schadevergoeding.
Moet bij berekening van overlijdensschade rekening worden gehouden met het gedeeltelijk weggevallen inkomen van de achterblijvende echtgenoot die minder is gaan werken om meer tijd aan de opvoeding en verzorging van het achterblijvende minderjarige kind te besteden?
Samenvatting
Nadat de echtgenoot bij een arbeidsongeval om het leven is gekomen, is de echtgenote (verweerster) minder gaan werken om meer tijd aan de opvoeding en verzorging van de achterblijvende minderjarige dochter te besteden. Verweerster vordert van de werkgever van de echtgenoot — de werkgever heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend — vergoeding van de door haar geleden overlijdensschade, waaronder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.