Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het wegverkeer
Artikel 27 Speciale regels van toepassing op fietsers, bromfietsers en berijders van motorfietsen
Geldend
Geldend vanaf 28-03-2006
- Bronpublicatie:
28-09-2004, Trb. 2005, 256 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-09-2004, Trb. 2005, 256 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Niettegenstaande de bepalingen van artikel 10, derde lid, van dit Verdrag, staat het de Verdragsluitende Partijen of onderdelen daarvan vrij fietsers niet te verbieden met twee of meer naast elkaar te rijden.
2.
Het is fietsers verboden te rijden zonder het stuur met ten minste één hand vast te houden, zich te laten voorttrekken door een ander voertuig, dan wel voorwerpen te dragen, te trekken of voort te duwen die het fietsen belemmeren of gevaar opleveren voor andere weggebruikers. Dezelfde bepalingen gelden ook voor bromfietsers en voor berijders van motorfietsen; bovendien dienen bromfietsers en berijders van motorfietsen het stuur met beide handen vast te houden behalve wanneer zij het teken geven voor de manoeuvre zoals beschreven in artikel 14, derde lid, van dit Verdrag.
3.
Het is fietsers en bromfietsers verboden passagiers op hun voertuig mee te voeren; de Verdragsluitende Partijen of onderdelen daarvan kunnen echter uitzonderingen op deze bepaling toestaan, en, met name, het vervoer van passagiers toestaan op een extra zadel of extra zadels die aan het voertuig zijn bevestigd. Berijders van motorfietsen mogen geen passagiers meevoeren, behalve in een zijspanwagen als deze er is, en op een extra zadel (duozitting), indien dit er is, dat achter de berijder aan de motorfiets is bevestigd.
4.
Daar waar fietspaden of fietsstroken bestaan, kunnen de Verdragsluitende Partijen of onderdelen daarvan fietsers verbieden de rest van de rijbaan te gebruiken. In dezelfde omstandigheden kunnen zij bromfietsen toestaan het fietspad of de fietsstrook te gebruiken en, indien zij zulks raadzaam achten, hun verbieden de rest van de rijbaan te gebruiken. De nationale wetgeving bepaalt onder welke voorwaarden andere weggebruikers de fietsstrook of het fietspad mogen gebruiken of mogen oversteken, waarbij te allen tijde de veiligheid van de fietsers moet worden gewaarborgd.