Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1173/2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied
Artikel 4 Rentedragende deposito's
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2011
- Bronpublicatie:
16-11-2011, PbEU 2011, L 306 (uitgifte: 23-11-2011, regelingnummer: 1173/2011)
- Inwerkingtreding
13-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2011, PbEU 2011, L 306 (uitgifte: 23-11-2011, regelingnummer: 1173/2011)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Begroting
1.
Indien de Raad een besluit neemt, waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat geen maatregelen heeft genomen in vervolg op de aanbeveling van de Raad als bedoeld in artikel 6, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1466/97, beveelt de Commissie, binnen 20 dagen na de vaststelling van het besluit door de Raad, de Raad aan om middels een nieuw besluit de betrokken lidstaat te verplichten om bij de Commissie een rentedragend deposito te storten ten bedrage van 0,2 % van zijn bbp in het voorgaande jaar.
2.
Het besluit waarbij om een storting wordt verzocht, wordt geacht door de Raad te zijn vastgesteld tenzij de Raad binnen tien dagen na de aanneming van de aanbeveling door de Commissie met gekwalificeerde meerderheid besluit de aanbeveling van de Commissie te verwerpen.
3.
De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid de aanbeveling van de Commissie wijzigen en de aldus gewijzigde tekst als besluit van de Raad vaststellen.
4.
De Commissie kan, naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek dat de betrokken lidstaat aan de Commissie heeft gestuurd binnen tien dagen na de vaststelling van het in lid 1 bedoelde besluit van de Raad betreffende het achterwege blijven van maatregelen, aanbevelen dat de Raad het bedrag van het rentedragende deposito vermindert of het deposito opheft.
5.
Het rentedragende deposito draagt een rente die aansluit bij het kredietrisico van de Commissie en bij de desbetreffende beleggingsperiode.
6.
Indien de situatie niet langer bestaat, naar aanleiding waarvan de in artikel 6, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1466/97 bedoelde aanbeveling van de Raad is genomen, besluit de Raad op grond van een nieuwe aanbeveling van de Commissie dat het deposito en de opgebouwde rente aan de betrokken lidstaat moeten worden teruggegeven. De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid de nieuwe aanbeveling van de Commissie wijzigen.