RI 2014/43
Afstand vorderingsrecht door pandgever. Behoort het doen van afstand van een verpand vorderingsrecht tot de bevoegdheden van de pandgever of de pandhouder? (Immum’Âge Europe Ltd/Neo-River Inc)
HR 21-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:415 (IAE/Neo-River)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 februari 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
13/02185
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Roepnaam
IAE/Neo-River
- JCDI
JCDI:ADS917493:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:415, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1650, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑01‑2013
- Wetingang
Art. 3:246, 6:160 BW
Essentie
Afstand vorderingsrecht door pandgever.
Behoort het doen van afstand van een verpand vorderingsrecht tot de bevoegdheden van de pandgever of de pandhouder?
Samenvatting
Osata en Neo-River hebben een distributieovereenkomst gesloten. Osata sluit op haar beurt een subdistributieovereenkomst met IAE. Neo-River zegt de distributieovereenkomst met Osata op, waarna Osata de geldigheid van die opzegging betwist en schadevergoeding claimt van Neo-River. IAE claimt op dezelfde basis schadevergoeding van Osata. Ter meerdere zekerheid van laatstgenoemde vordering heeft Osata ten gunste van IAE een pandrecht gevestigd op haar (vermeende) vordering op Neo-River. Osata en IAE beginnen een procedure tegen Neo-River inzake deze vorderingen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.