HR, 20-12-2016, nr. 16/03672
ECLI:NL:HR:2016:2893
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20-12-2016
- Zaaknummer
16/03672
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:2893, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑2016; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
- Vindplaatsen
Uitspraak 20‑12‑2016
Inhoudsindicatie
Poging doodslag. Voorwaardelijk opzet. Inrijden op een agent. HR: art. 80a RO, zonder schriftelijk standpunt AG.
Partij(en)
20 december 2016
Strafkamer
nr. S 16/03672
EC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 november 2015, nummer 22/000954-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft I. Jadib, advocaat te 's-Gravenhage, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 december 2016.