NJB 2022/1846
Het hof wijst een pleidooiverzoek af. Een van de eisers tot cassatie is opgehouden te bestaan. Hoge Raad: 1. Procesbevoegdheid. Ophouden te bestaan. Dat een rechtspersoon is ontbonden en op de voet van art. 2:19 BW is opgehouden te bestaan, staat niet eraan in de weg dat indien een procedure tegen een rechtspersoon is aangevangen voor het tijdstip van zijn ontbinding en ophouden te bestaan, de procedure door of tegen de rechtspersoon kan worden voortgezet, mede in volgende instanties. 2. Recht op pleidooi naar oud recht. Het hof heeft hetzij verzuimd te beslissen op het eerste pleidooiverzoek, hetzij de afwijzing van dat verzoek ondeugdelijk gemotiveerd
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 juli 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, K. Teuben
- Zaaknummer
21/00788
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1081, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:88, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2021
- Wetingang
(art. 134 lid 1 (oud ) Rv)
Essentie
Het hof wijst een pleidooiverzoek af. Een van de eisers tot cassatie is opgehouden te bestaan. Hoge Raad: 1. Procesbevoegdheid. Ophouden te bestaan. Dat een rechtspersoon is ontbonden en op de voet van art. 2:19 BW is opgehouden te bestaan, staat niet eraan in de weg dat indien een procedure tegen een rechtspersoon is aangevangen voor het tijdstip van zijn ontbinding en ophouden te bestaan, de procedure door of tegen de rechtspersoon kan worden voortgezet, mede in volgende instanties. 2. Recht op pleidooi naar oud recht. Het hof heeft hetzij verzuimd te beslissen op het eerste pleidooiverzoek, ...