NJB 2014/266:Ontdekking op heterdaad als bedoeld in art. 55 lid 1 en 128 Sv: in casu binnentreden van de woning van de verdachte ter aanhouding op ‘heeter daad’ nu sprake was van ‘onafgebroken verrichten van opsporingsactiviteiten’ in het uur tussen het tijdstip van plegen van het strafbare feit waarvan aangifte is gedaan en het tijdstip waarop de woning van de verdachte is binnengetreden