Einde inhoudsopgave
Meetcode gas RNB
4.3.2.1
Geldend
Geldend vanaf 12-05-2016
- Bronpublicatie:
21-04-2016, Stcrt. 2016, 21513 (uitgifte: 11-05-2016, regelingnummer: ACM/DE/2016/202160)
- Inwerkingtreding
12-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2016, Stcrt. 2016, 21513 (uitgifte: 11-05-2016, regelingnummer: ACM/DE/2016/202160)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
De meetverantwoordelijke legt, voor zover van toepassing, de volgende gegevens van elke door hem beheerde meetinrichting vast in een meterregister en houdt deze gegevens actueel:
- a.
de EAN-code van de aansluiting waar de meetinrichting bij hoort;
- b.
van elk in gebruik zijnd telwerk:
- –
het nummer van de gasmeter of het volumeherleidingsinstrument waarvan het telwerk deel uitmaakt,
- –
de omschrijving van de te meten grootheid,
- –
de vermenigvuldigingsfactor,
- –
het aantal posities voor de komma,
- –
de stand op het moment van ingebruikname en
- –
de datum en het tijdstip van ingebruikname;
- c.
van elk gedurende de afgelopen drie jaar buiten gebruik gesteld telwerk:
- –
het nummer van de gasmeter of het volumeherleidingsinstrument waarvan het telwerk deel uitmaakte,
- –
de omschrijving van de te meten grootheid,
- –
de vermenigvuldigingsfactor,
- –
het aantal posities voor de komma,
- –
de stand op het moment van ingebruikname,
- –
de datum en het tijdstip van ingebruikname,
- –
de stand op het moment van buitengebruikstelling,
- –
de datum en het tijdstip van buitengebruikstelling en
- –
een schatting van de hoeveelheid niet gemeten energie tussen de buitengebruikstelling van het telwerk en de ingebruikname van het nieuwe vervangende telwerk;
- d.
de G-waarde van de gasmeter;
- e.
Qmax en Qmin van de gasmeter;
- f.
de bedrijfsdruk van de gasmeter;
- g.
fabrikaat, type, fabrieksnummer, bouwjaar en soort van de geïnstalleerde apparatuur;
- h.
het jaar waarin de gasmeters voor het laatst zijn gereviseerd;
- i.
de instelparameters van alle componenten;
- j.
de wijze waarop de systematische (steekproefsgewijze) periodieke controle van in gebruik zijnde gasmeters conform 1.3.1.1 wordt uitgevoerd;
- k.
het jaar waarin de meetinrichting voor het laatst is gecontroleerd;
- l.
de resultaten van de aan de meetinrichting uitgevoerde controles;
- m.
kalibratiecertificaten van de verschillende meetmiddelen van de meetinrichting;
- n.
de impulswaarde van het zendcontact of van de impulsuitgang;
- o.
de vermenigvuldigingsfactor(en) voor de gegevens opgeslagen in de databuffers;
- p.
het soort zegel waarmee de gasmeter is verzegeld;
- q.
de gegevens met betrekking tot het ontwerp en de structuur van de meetinrichting;
- r.
de actuele waarde van de op de aansluiting gecontracteerde transportcapaciteit (in m3(n;35,17)/uur);
- s.
het door de afnemer opgegeven maximum en minimum debiet;
- t.
de naam van de aangeslotene met wie de aansluit- en transportovereenkomst is gesloten, alsmede de adresgegevens, zijnde straatnaam, huisnummer met eventuele toevoegingen, postcode en plaatsnaam of eventuele alternatieve locatieaanduidingen, behorend bij het overdrachtspunt van de aansluiting.