Einde inhoudsopgave
Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid
Artikel SSC.25 Verblijf van de pensioengerechtigde of zijn gezinsleden in een andere staat dan de staat van woonplaats — Verblijf in de bevoegde staat — Toestemming voor een passende behandeling buiten de staat van woonplaats
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Artikel SSC.17 is mutatis mutandis van toepassing op:
- a)
een persoon die een pensioen of pensioenen ontvangt uit hoofde van de wetgeving van een of meer staten en die recht heeft op verstrekkingen uit hoofde van de wetgeving van een van de staten die die persoon zijn pensioen of pensioenen verstrekken;
- b)
zijn gezinsleden,
wanneer zij verblijven in een andere staat dan die waar zij wonen.
2.
Artikel SSC.16, lid 1, is mutatis mutandis van toepassing op de in lid 1 genoemde personen wanneer zij verblijven in de staat waar zich het bevoegde orgaan bevindt dat verantwoordelijk is voor de kosten van de aan de pensioengerechtigde in de staat van zijn woonplaats verleende verstrekkingen, en genoemde staat hiervoor heeft gekozen en is vermeld in de lijst in bijlage SSC-3.
3.
Artikel SSC.18 is mutatis mutandis van toepassing op een pensioengerechtigde of diens gezinsleden wanneer zij verblijven in een andere staat dan die waar zij wonen, met het oogmerk om in die staat een voor hun gezondheidstoestand passende behandeling te ondergaan.
4.
Tenzij in lid 5 anders is bepaald, zijn de kosten van de verstrekkingen overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 voor rekening van het bevoegde orgaan dat verantwoordelijk is voor de kosten van de aan de pensioengerechtigde in de staat van zijn woonplaats verleende verstrekkingen.
5.
De kosten van de in lid 3 bedoelde verstrekkingen zijn voor rekening van het orgaan van de woonplaats van de pensioengerechtigde of zijn gezinsleden, indien die personen wonen in een staat die heeft gekozen voor vergoeding op basis van vaste bedragen. In die gevallen wordt voor de toepassing van lid 3 het orgaan van de woonplaats van de pensioengerechtigde of van zijn gezinsleden als het bevoegde orgaan beschouwd.