NJB 2010, 2205
HR, 19-11-2010, nr. 09/03266
HR 19-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN7893
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 november 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/03266
- Conclusie
P‑G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BN7893
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN7893, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN7893, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑08‑2009
- Wetingang
WVP art. 11
Essentie
Verevening pensioenrechten. De huwelijkse voorwaarden bepalen dat slechts een deel van de pensioenrechten van de man voor verrekening in aanmerking komt. De vrouw verlangt niettemin verrekening van alle pensioenrechten op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. HR: Van een ‘uitdrukkelijk’ uitsluiten van de wettelijke regeling in de zin van art. 11 WVP kan sprake zijn ingeval partijen in hun huwelijkse voorwaarden met het oog op een eventuele scheiding hebben bepaald dat (bepaalde) pensioenrechten niet worden verrekend.
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. J. Brandt,
tegen
de man, adv. mr. J. van Duijvendijk-Brand.