NJB 2010, 1659
HR, 03-09-2010, nr. 09/01315
HR 03-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM7049
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 september 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein en J.C. van Oven
- Zaaknummer
09/01315
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BM7049
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM7049, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM7049, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2010
- Wetingang
art. 7:681 lid 2, onder b BW
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag. Gevolgencriterium. Een werknemer vordert schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag, stellende dat de gevolgen van de opzegging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging. HR: De stelling van de werkgever dat aan de werknemer een andere passende functie binnen het concern is aangeboden, welk aanbod door de werknemer is geweigerd, is weliswaar niet van doorslaggevend belang, maar moet in beginsel wel worden meegewogen, nu het immers gaat om alle omstandigheden van het geval in onderlinge samenhang beschouwd.
Partij(en)
Staned B.V. (de werkgever), adv. mr. J.P. Heering,
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.