HR, 17-10-2008, nr. C07/082HR

Documentgegevens:

HR 17-10-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BE7451, m.nt. P. van Schilfgaarde

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 17 oktober 2008
Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels
Zaaknummer: C07/082HR
Conclusie: A-G Huydecoper
Noot: P. van Schilfgaarde
LJN: BE7451
JCDI: JCDI:ADS126039:1
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht (V)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Surseance van betaling
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2008:BE7451, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑10‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BE7451, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑10‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2006
Wetingang: Fw art. 63a, 63c, 241a, 241c; Invorderingswet 1990 art. 22

Essentie

Faillissementsrecht. Bodembeslag fiscus tijdens afkoelingsperiode; gevolgen voor geleasde goederen; oud recht.

Gelet op de strekking van de afkoelingsperiode en de wetsgeschiedenis van art. 63c Fw (art. 241c Fw), moet naar het in dit geding toepasselijke recht — toen art. 63c en 241c nog niet in werking waren getreden — worden geoordeeld dat een tijdens een afkoelingsperiode gelegd bodembeslag niet kan worden tegengeworpen aan de lessor die — zoals hier het geval is — de zaak voor de beslaglegging door middel van een ondubbelzinnige verklaring heeft opgeëist.

Samenvatting

Op enig moment ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.