RAV 2008, 69
Toerekeningsleer. Is inkomensschade wegens door brand tenietgaan van gehuurde bedrijfsruimte als gevolg van de brand toerekenbaar aan ouders van minderjarige brandstichters?
HR 25-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC5603 (Boekema/Ouders, Brandstichting Frieslandhal)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 april 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/007HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BC5603
- Roepnaam
Boekema/Ouders
Brandstichting Frieslandhal
- JCDI
JCDI:ADS870911:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC5603, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC5603, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 25‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2006
- Wetingang
BW art. 6:98; BW art. 6:169
Essentie
Is inkomensschade wegens door brand tenietgaan van gehuurde bedrijfsruimte als gevolg van de brand toerekenbaar aan ouders van minderjarige brandstichters?
Samenvatting
Door een aantal kinderen, allen jonger dan 14 jaar, is brand gesticht in de buurt van het veemarktcomplex in de Frieslandhallen (FEC). Doordat die brand niet goed was geblust, is in het complex brand ontstaan. Eiser dreef tot aan het moment van de brand een horecaonderneming in een gehuurde ruimte behorend bij dit complex. Tussen eiser en zijn voormalige verhuurder is geen nieuwe huurovereenkomst tot stand gekomen. De onderneming van eiser is opgeheven. Eiser heeft de ouders ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.