NJB 2008, 453
HR, 01-02-2008, nr. R06/116HR
HR 01-02-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BB9781
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R06/116HR
- LJN
BB9781
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB9781, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB9781, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑08‑2006
- Wetingang
BW art. 1:95 lid 2; BW art. 1:96 lid 2; BW art. 1:141 lid 3
Essentie
Uitleg finaal verrekenbeding. Tijdens het huwelijk kopen partijen een huis op beider naam, gedeeltelijk gefinancierd met de opbrengst van het door de man ten huwelijk aangebrachte huis. Er geldt een finaal verrekenbeding. HR: onjuist is het uitgangspunt dat de verkoopopbrengst van een door een der echtgenoten ten huwelijk aangebracht woonhuis vermoed wordt te zijn verkregen uit of door belegging van overgespaarde inkomsten. Het hof heeft zich terecht slechts beziggehouden met de vraag wat verrekening volgens het finale verrekenbeding meebrengt.
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. J. Brandt,
tegen
de man, adv. mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai.