RAV 2008, 33
Onrechtmatige daad. Weegt vrijheid van meningsuiting zwaarder dan het recht op eer en goede naam en op eerbiediging van privacy?
HR 18-01-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BB3210 (Van Gasteren/Hemelrijk)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 januari 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/161HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BB3210
- Roepnaam
Van Gasteren/Hemelrijk
- JCDI
JCDI:ADS870926:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Ondernemingsrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Informatierecht / Media
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB3210, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑01‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB3210, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑01‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2006
- Wetingang
BW art. 6:162; GW art. 7; EVRM art. 8; EVRM art. 10
Essentie
Weegt de vrijheid van meningsuiting in casu zwaarder dan het recht op eer en goede naam en het recht op eerbieding van privacy?
Samenvatting
Eiser heeft op 24 mei 1943 een bij hem ondergebrachte joodse onderduiker om het leven gebracht. Eiser is hiervoor in 1944 veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. In 1946 is aan hem gratie verleend. Eiser is zelf in de publiciteit getreden over deze daad. Ook derden hebben, onder meer door perspublicaties (o.a. in het Parool) aandacht geschonken aan deze daad. Daar waar eiser daarbij telkenmale benadrukte dat deze daad was verricht in het belang van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.