RI 2008, 23
Driepartijenovereenkomst. Aansprakelijkheid advocaat. Pauliana. Ontbindende voorwaarde in overeenkomst is in strijd met dwingende regels van de Faillissementswet.
HR 18-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB5067
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 januari 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/111HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BB5067
- JCDI
JCDI:ADS871663:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BB5067, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑01‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BB5067, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑01‑2008
- Wetingang
Essentie
Aansprakelijkheid advocaat na advisering bij het opstellen van een driepartijenovereenkomst. De ontbindende voorwaarde in de overeenkomst is in strijd met dwingende regels van de Faillissementswet. Betaling aan schuldeiser door een derde partij heeft te gelden als voldoening door de schuldenaar in de zin van art. 47 Fw.
Samenvatting
De advocaat heeft in opdracht van Holding een driepartijenovereenkomst opgesteld waarbij Accomodaties bedrijfsinventaris aan Stukro verkoopt. Overeengekomen is dat Stukro de koopsom rechtstreeks aan Holding zal betalen en dat Holding dit bedrag met een nog openstaande vordering op Accomodaties zal verrekenen. Accomodaties zal op haar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.