RFR 2008, 1
Alimentatie. Hoe dienen de hoge motiveringseisen gesteld aan een uitspraak op grond van de WLA te worden uitgelegd?
HR 12-10-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6821
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, E.J. Numann, C.A. Streefkerk, W.D.H Asser
- Zaaknummer
R06/148HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BA6821
- JCDI
JCDI:ADS871589:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA6821, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA6821, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑10‑2006
- Wetingang
Wet 28 april 1994 Stb. 324 art. Ⅱ lid 2
Essentie
Hoe dienen de hoge motiveringseisen gesteld aan een uitspraak op grond van de WLA te worden uitgelegd?
Samenvatting
De man (70) en de vrouw (77) zijn gehuwd geweest. Bij echtscheidingsbeschikking van 26 mei 1986 is bepaald dat de man aan de vrouw ƒ 4000 (€ 1815,12) per maand dient te voldoen voor de kosten van haar levensonderhoud. De beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand op 22 augustus 1986. Op 6 september 2004 heeft de man een verzoekschrift tot beëindiging dan wel nihilstelling bij de rechtbank ingediend omdat hij ruim 15 jaar lang aan zijn alimentatieplicht heeft voldaan. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.