NJB 2007, 1373
HR, 08-06-2007, nr. R06/057HR
HR 08-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA2507
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/057HR
- Conclusie
P-G C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BA2507
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA2507, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA2507, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2007
- Wetingang
Essentie
Verzorgingsvruchtgebruik ten behoeve van onterfde echtgenoot. De onterfde echtgenoot zal — anders dan wanneer hij medewerking verlangt aan de vestiging van een vruchtgebruik op de tot de nalatenschap behorende woning en inboedel zoals bedoeld in art. 4:29 BW — aannemelijk moeten maken dat hij voor zijn verzorging behoefte heeft aan een vruchtgebruik als bedoeld in art. 4:30 BW. Bij het vaststellen van de behoefte kan niet slechts de huidige situatie tot uitgangspunt worden genomen, maar moet tevens worden gelet op in redelijkheid te verwachten toekomstige ontwikkelingen.
Partij(en)
Verzoekster, adv. mr. K.G.W. van Oven
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.