NJB 2007, 1065
HR, 27-04-2007, nr. R06/127HR
HR 27-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ7772
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 april 2007
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/127HR
- Conclusie
A-G L. Strikwerda
- LJN
AZ7772
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ7772, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ7772, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑04‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2006
- Wetingang
Essentie
Ondertoezichtstelling. Internationale rechtsmacht. Buiten de toepassing van de Verordening Brussel II-bis en het Haagse Kinderbeschermingsverdrag van 1961 komt de Nederlandse rechter ingevolge art. 5 Rv geen rechtsmacht toe in zaken betreffende ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, indien het kind zijn gewone verblijfplaats niet in Nederland heeft.
Partij(en)
De moeder, wonende in Frans Guyana, adv. mr. W.B. Teunis
tegen
Raad voor de Kinderbescherming, niet verschenen
Uitspraak
PROCESVERLOOP
Op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming heeft de kinderrechter het minderjarig kind van de moeder met ingang van 2 juni 2005 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.