NJB 2007, 899
HR, 06-04-2007, nr. R06/118HR
HR 06-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6099
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 april 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/118HR
- Conclusie
A-G F.F. Langemeijer
- LJN
AZ6099
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6099, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ6099, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑04‑2007
- Wetingang
Wet 28 april 1994 Stb. 324 art. II
Essentie
Beëindiging partneralimentatie. Essentiële stelling. Bij de beantwoording van de vraag, of de (gefaseerde) definitieve beëindiging van de alimentatie waartoe het hof gekomen is van zo ingrijpende aard is dat deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van de vrouw kan worden gevergd, moest het hof rekening houden met de stelling van de vrouw dat het feit dat zij thans niet in aanmerking komt voor een aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering, een rechtstreeks gevolg is van het huwelijk. De klachten tegen het oordeel over de woonlasten missen feitelijke grondslag. Op het punt van de pensioenvoorziening(en) behoefde het oordeel geen nadere motivering. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.