NJB 2007, 83
HR, 15-12-2006, nr. C05/282HR
HR 15-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AZ2225
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 december 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/282HR
- Conclusie
A-G F.F. Langemeijer
- LJN
AZ2225
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ2225, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ2225, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑07‑2005
- Wetingang
Essentie
Insolventierecht. Geschil tussen een buiten iedere gemeenschap gehuwde vrouw met kinderen en de curator van haar echtgenoot over de vraag of uit levensverzekeringpolissen voortvloeiende uitkeringen binnen de faillissementsboedel vallen; wijziging begunstiging, beoordelingsmoment, in casu geen anticipatie op de nieuwe regeling van art. 21a oud Fw (1998).
Partij(en)
Eisers, adv. mr. P. Garretsen
tegen
mr. J.G. van Hartingsveld, in zijn hoedanigheid van curator in een faillissement, niet verschenen
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Eisers zijn de buiten iedere gemeenschap van goederen gehuwde echtgenote van de failliet en hun meerderjarige kinderen.
De failliet had verzekeringen afgesloten bij OHRA en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.