RFR 2006, 121
Afstammingsrecht. Ontkenning vaderschap. Is de bijzondere curator terecht als ‘in het ongelijk gestelde partij’ in de kosten van het DNA-onderzoek veroordeeld? Behoort in cassatie overgelegde brief aan de appelrechter tot de stukken van het geding?
HR 06-10-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AV9444 (Baumgarten e.a./X)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/089HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AV9444
- Roepnaam
Baumgarten e.a./X
- JCDI
JCDI:ADS871587:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AV9444, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑10‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AV9444, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2005
- Wetingang
BW art. 1:200; Rv art. 289; Rv art. 362
Essentie
Ontkenning vaderschap. Is de bijzondere curator terecht als ‘in het ongelijk gestelde partij’ in de kosten van het DNA-onderzoek veroordeeld? Behoort in cassatie overgelegde brief aan de appelrechter tot de stukken van het geding?
Samenvatting
In deze door de man aangespannen procedure tot ontkenning van het vaderschap staat centraal de vraag of, nu uit DNA-onderzoek is gebleken dat de man niet de biologische vader van de minderjarige is, de voor de minderjarige optredende bijzondere curator, die aanvankelijk verweer heeft gevoerd, als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het op zijn verzoek uitgevoerde DNA-onderzoek dient ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.