RvdW 2006, 769
Verzoek tot echtscheiding. Internationale bevoegdheid. Brussel Ⅱ-Verordening; ‘gewone verblijfplaats’ in de zin van art. 2. Verwerping cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
HR 01-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW9383
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 september 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/067HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AW9383
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW9383, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW9383, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑09‑2006
Essentie
Verzoek tot echtscheiding. Internationale bevoegdheid. Brussel Ⅱ-Verordening; ‘gewone verblijfplaats’ in de zin van art. 2.
Verwerping cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[De man], [plaats], verzoeker tot cassatie, adv. mr. K. Mohassel Zadeh,
tegen
[De vrouw], zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 8 augustus 2003 gedateerd verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie — verder te noemen: de man — zich gewend tot de rechtbank te Leeuwarden en verzocht tussen hem en verweerster in cassatie — verder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.