JOL 2003, 110
Wet Bopz, art. 5, lid 1: onderzoek door psychiater zelf; het grondrecht op vrijheid: art. 5 EVRM; art. 15 Gr.w.
HR 21-02-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF3450
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2003
- Magistraten
P. Neleman, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R03/002HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AF3450
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF3450, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF3450, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑02‑2003
Essentie
Wet Bopz, art. 5, lid 1: onderzoek door psychiater zelf; het grondrecht op vrijheid: art. 5 EVRM; art. 15 Gr.w.
Gezien de bewoordingen waarin art. 5 lid 1 Bopz is gesteld, het fundamentele karakter van het grondrecht op vrijheid (art. 5 EVRM en art. 15 Gr.w.) en het belang dat in de rechtspraak van het EHRM en de Hoge Raad wordt gehecht aan het oordeel van een onafhankelijk medisch deskundige die de betrokkene zelf heeft onderzocht als voorwaarde voor een rechtsgeldige vrijheidsberoving in gevallen waarin de betrokkene gestoord zou zijn in zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.