NJ 1968, 347
HR, 21-06-1968
HR 21-06-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB5505
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 1968
- Magistraten
De Jong, Hulsmann, Dubbink, Beekhuis, Minkenhof
- Zaaknummer
[1968-06-21/NJ_51799]
- LJN
AB5505
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB5505, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB5505, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑1968
- Wetingang
Rv (oud) art. 59; Rv (oud) art. 68; Rv (oud) art. 69; Rv (oud) art. 70; Rv (oud) art. 71; Rv (oud) art. 72; Rv (oud) art. 73; Rv (oud) art. 74
Essentie
Motiveringsgebreken. Hoofdzaak en vrijwaringszaak als twee zelfstandige proces dures.
Samenvatting
Nu zowel in de hoofdzaak als in de vrijwaringszaak 's Hofs beslissing berust op een kennelijke vergissing in een overweging van louter feitelijke aard, is het arrest niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
Hoofdzaak en vrijwaringszaak zijn twee zelfstandige procedures waarin de processuele positie en belangen van de betrokken pp. anders liggen. Waar bovendien in het onderhavige geding pp. ieder andere feiten hebben gesteld m.b.t. zekere eventualiteit, kon hetgeen op grond van de processuele houding van pp. in de hoofdzaak als vaststaande is aangenomen niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.