NJ 1966, 335
HR, 06-05-1966
HR 06-05-1966, ECLI:NL:HR:1966:AB3932
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 mei 1966
- Magistraten
De Jong, Houwing, Hulsmann, Petit, Beekhuis
- Zaaknummer
[1966-05-06/NJ_50793]
- LJN
AB3932
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1966:AB3932, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑05‑1966
- Wetingang
Rv (oud) art. 339; Rv (oud) art. 828i
Essentie
Geval waarin het instellen van incidenteel appel ook na verloop van de termijn van hoger beroep toelaatbaar moet worden geacht.
Samenvatting
Op verzoek van de vrouw heeft de Rb. de bij echtscheidingsvonnis te haren behoeve vastgestelde uitkering alsmede de bij afzonderlijke beschikking ten behoeve van de minderjarige dochter van partijen vastgestelde uitkering verhoogd. De man is van de wijzigingsbeschikking in hoger beroep gekomen, doch alleen voor zover daarbij de uitkering ten behoeve van de dochter nader is vastgesteld. Tegen dezelfde beschikking heeft de vrouw daarop incidenteel appel ingesteld.
Ten onrechte heeft het Hof de vrouw in dit incidenteel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.