NJ 1943, 484
HR, 21-05-1943: Baus/De Koedoe II
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 mei 1943
- Magistraten
Van Loon, Nypels, Van der Meulen, Smits, Weitjens
- Zaaknummer
[1943-05-21/NJ_49889]
- LJN
AG1940
- Roepnaam
Baus/De Koedoe II
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1943:AG1940, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑05‑1943
ECLI:NL:PHR:1943:AG1940, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑05‑1943
- Wetingang
BW art. 1374; K art. 42; K art. 46a; Rv (oud) art. 135; Rv (oud) art. 136; Rv (oud) art. 137; Rv (oud) art. 138; Rv (oud) art. 139; Rv (oud) art. 140; Rv (oud) art. 141; Rv (oud) art. 142; Rv (oud) art. 143; Rv (oud) art. 144; Rv (oud) art. 145; Rv (oud) art. 146; Rv (oud) art. 147; Rv (oud) art. 148; Rv (oud) art. 149
Essentie
Vordering van tantième door commissaris naaml. vennootschap. Feiten in den loop der procedure aangevoerd. Ten onrechte door het Hof daarop geen acht geslagen. Strijd met de goede trouw bij de vaststelling van de winst. Beroep op nietigheid van die vaststelling. Wat rechtens is, indien de nietigheid door den rechter wordt aanvaard.
Samenvatting
De rechter is geenszins, voor wat betreft de feiten, waarop de eischer zijne vordering doet steunen, beperkt tot hetgeen bij dagvaarding en conclusie van eisch is gesteld, doch mag en moet daarnevens letten op de feiten, die in den loop der procedure ter ondersteuning van zijne ...