NJB 2016/12:Functioneel daderschap bestuurder van bedrieglijke bankbreuk rechtspersoon: voor een bewezenverklaring van de onttrekking van goederen aan de boedel is niet vereist dat vaststaat dat sprake is van ‘enig zelfstandig handelen’ door de verdachte ‘waarmee de goederen buiten het bereik en beheer van de curator zijn gebracht’. Een verboden gedraging kan in redelijkheid aan de verdachte als functioneel dader worden toegerekend indien deze erover vermocht te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en indien zodanig of vergelijkbaar gedrag blijkens de feitelijke gang van zaken door de verdachte werd aanvaard of placht te worden aanvaard. Onder bedoeld aanvaarden is mede begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de verdachte kon worden gevergd ter voorkoming van de gedraging (vergelijk voor een rechtspersoon HR 21 oktober 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7938, NJ 2006/328)