NJB 2016/512:Straftoemeting en LOVS-oriëntatiepunten. Conclusie A-G: In cassatie kan niet worden onderzocht of de juiste straf is opgelegd en evenmin of de straf beantwoordt aan alle daarvoor in aanmerking komende factoren. De keuze van de factoren die voor de strafoplegging van belang zijn, is voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt, terwijl deze keuze geen motivering behoeft. De LOVS-oriëntatiepunten vormen geen recht in de zin van art. 79 RO. Derhalve kan in cassatie niet met vrucht over een onjuiste toepassing ervan worden geklaagd. Wel kan in cassatie worden getoetst of de uitleg van de oriëntatiepunten en de toepassing ervan door het hof begrijpelijk is. In casu heeft het hof door uit te gaan van een verouderde versie van de oriëntatiepunten geen rechtsregel geschonden. Tot slot merkt de A-G op dat het bij het begrip ‘recidive’ in de oriëntatiepunten niet uitsluitend gaat om specifieke recidive. Hoge Raad past art. 81 RO toe