Rb. Noord-Nederland, 21-04-2022, nr. 18/850081-18
ECLI:NL:RBNNE:2022:1356
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
- Datum
21-04-2022
- Zaaknummer
18/850081-18
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNNE:2022:1356, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 21‑04‑2022; (Eerste aanleg - meervoudig, Op tegenspraak)
- Wetingang
art. 57 Wetboek van Strafrecht; art. 225 Wetboek van Strafrecht; art. 420bis Wetboek van Strafrecht; art. 420ter Wetboek van Strafrecht
- Vindplaatsen
Uitspraak 21‑04‑2022
Inhoudsindicatie
Noordelijke Fraudekamer. Veroordeling wegens handel en uitvoer van methylfenidaat (ritalin), valsheid in geschrift ten aanzien van medische recepten en gewoontewitwassen. De rechtbank gaat niet mee in het afdoeningsvoorstel dat is gepresenteerd door het OM en de verdediging en legt een hogere straf op dan geëist, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht Locatie
Groningen
parketnummer 18/850081-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 21 april 2022 in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 maart 2022. Het onderzoek is gesloten op 7 april 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.M. Keizer, advocaat te Amsterdam.
Het Openbaar Ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink.
Tenlastelegging
Aan verdachte zijn kort gezegd de volgende feiten ten laste gelegd, na nadere omschrijving van de tenlastelegging:
1. primair: medeplegen van het meermalen opzettelijk overtreden van artikel 2 sub A en/of B van de Opiumwet, met betrekking tot methylfenidaat, van 1 januari 2018 tot en met
11 december 2018, in diverse plaatsen in Nederland; subsidiair: medeplichtigheid daartoe;
meer subsidiair: medeplegen van het opzettelijk overtreden van artikel 2 sub C van de Opiumwet, met betrekking tot methylfenidaat, op 11 december 2018 te Eelderwolde;
2. primair: A) medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van valse of vervalste medische recepten voor methylfenidaat en diazepam, op 11 december 2018 te Eelderwolde en/of
B) medeplegen van het valselijk opmaken en/of vervalsen van een arbeidsovereenkomst, van 1 oktober 2018 tot en met 11 december 2018, in diverse plaatsen in Nederland;
ten aanzien van B) subsidiair: medeplegen van voorbereiding van gewoontewitwassen, door het verwerven, vervaardigen en/of voorhanden hebben van een arbeidsovereenkomst en/of (zogenaamde) salarisbetalingen, van 1 oktober 2018 tot en met 11 december 2018, in diverse plaatsen in Nederland;
3. medeplegen van gewoontewitwassen van geld en bitcoins, afkomstig uit de handel in
methylfenidaat, en een auto, van 1 januari 2018 tot en met 11 december 2018, in diverse plaatsen in Nederland;
4. medeplegen van gewoontewitwassen van meerdere geldbedragen, door deze bedragen door te(laten) storten via bankrekeningen op naam van derden, in juli 2016, in diverse plaatsen in Nederland.
De tenlastelegging is als bijlage opgenomen.
Overweging met betrekking tot het afdoeningsvoorstel
De officier van justitie heeft op 28 januari 2022 de rechtbank meegedeeld dat hij door de raadsman van medeverdachte [medeverdachte 1] is benaderd met de vraag of er zogenaamde ‘procesafspraken’ gemaakt konden worden. Hierop hebben gesprekken plaatsgevonden tussen de officier van justitie en de raadsman van verdachte. In een e-mailbericht van de officier van justitie op 8 maart 2022 heeft hij meegedeeld dat de verdediging en de officier van justitie overeenstemming hebben bereikt over de afdoening van onderhavige zaak. Volgens de officier van justitie wordt met het afdoeningsvoorstel tegemoet gekomen aan de belangen van strafvordering, de persoonlijke belangen van verdachte, alsmede de belangen van de benadeelde partijen. Door de officier van justitie is verzocht om (verkort) vonnis te wijzen conform het afdoeningsvoorstel.
De inhoud van het afdoeningsvoorstel is als volgt:
- -
verdachte erkent de feiten op de tenlastelegging;
- -
de officier van justitie eist een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 150 uren, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast eist de officier van justitie een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren, zonder bijzondere voorwaarden;
- -
het wederrechtelijk verkregen voordeel en de betalingsverplichting worden vastgesteld op € 136.426,81.
De rechtbank heeft tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 15 maart 2022 de zaak inhoudelijk behandeld, zoals na ontvangst van de e-mailberichten betreffende het afdoeningsvoorstel door de rechtbank aan de raadsman en de officier van justitie is aangekondigd. Ter terechtzitting hebben zowel de officier van justitie als de raadsman bevestigd dat zij zich kunnen vinden in het afdoeningsvoorstel. Door de officier van justitie is ter terechtzitting ook aangevoerd dat met het volgen van het afdoeningsvoorstel er capaciteitswinst in de strafrechtketen zal worden gemaakt. Het vonnis zal onherroepelijk worden, omdat - als het voorstel door de rechtbank wordt gevolgd - er geen hoger beroep zal worden ingesteld door de officier van justitie en de verdachte. Daarnaast hoeven de eventueel op te leggen schadevergoedingsmaatregelen niet te worden geëxecuteerd.
De rechtbank overweegt dat zij is gebonden aan haar wettelijke taak om door het Openbaar Ministerie aangebrachte strafzaken te behandelen aan de hand van de voorschriften in het Wetboek van Strafvordering (Sv). In het bijzonder dient de rechtbank de vragen in de artikelen 348 en 350 Sv te beantwoorden. Hoewel het de verdediging en de officier van justitie vrij staat een afdoeningsvoorstel in te brengen, biedt de wet in de ogen van de rechtbank thans geen grondslag voor het één op één overnemen van de inhoud van een dergelijk voorstel in het vonnis, zonder een daaraan voorafgaande actieve en inhoudelijke beoordeling van de vragen in de genoemde wetsartikelen.
De rechtbank zal ook in deze zaak haar wettelijke taak uitvoeren en het afdoeningsvoorstel beschouwen als standpunten, die de rechtbank bij het vormen van haar oordeel heeft betrokken. De rechtbank is zich bewust van de capaciteitsschaarste in de strafrechtketen en ziet het belang om te zoeken naar mogelijkheden om processen te versnellen of te vereenvoudigen. Capaciteitsschaarste mag echter in de ogen van de rechtbank geen reden zijn om de taak van de rechtbank - ten aanzien van de schuldvraag en de strafoplegging - in te perken of te doorkruisen.
Daarnaast merkt de rechtbank op dat het haar niet duidelijk is geworden wat de betekenis is van het ‘erkennen’ van de feiten zoals dat is opgenomen in het afdoeningsvoorstel. Ook is het de rechtbank niet duidelijk geworden of aan deze voorwaarde is voldaan. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij op advies van de raadsman de feiten erkent gelet op de inhoud van de afspraken met het Openbaar Ministerie, maar zij heeft zich op verdere vragen beroepen op haar zwijgrecht. Deze ‘erkenning’ van de feiten kan naar het oordeel van de rechtbank, mede gelet op de ontkennende proceshouding in eerdere verhoren, bezwaarlijk als een zuiver bekennende verklaring worden opgevat. De rechtbank kan bij de beantwoording van de vraag omtrent het bewijs (artikel 350 Sv) daarom niet als uitgangspunt nemen dat verdachte alle feiten ter terechtzitting ondubbelzinnig heeft bekend.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feiten 1, 2 A en B primair, 3 en 4 en verwezen naar het afdoeningsvoorstel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd en verwezen naar het afdoeningsvoorstel.
Oordeel van de rechtbank
Feit 1 (overtreding van artikel 2 Opiumwet)
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 12 december
2018, opgenomen op pagina 3476 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN2R017022 d.d. 18 april 2019 (onderzoek Beini), inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :
Ik heb vanaf halverwege 2016 tot nu doosjes met ritalin verkocht. Ik heb bij meerdere apotheken recepten ingeleverd en daar ritalin voor gekregen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 13 december2018, opgenomen op pagina 3507 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :
Ik heb ritalin verstuurd naar adressen in Nederland, Engeland, Duitsland en België. Ik heb doosjes ritalin verzonden via het postkantoor.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 18 december2018, opgenomen op pagina 3584 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :
V: Van wie is het verkoopaccount ‘ [accountnaam] ’?
A: Dat was van mij.
V: Hoe is het ontstaan?
A: Ongeveer in december 2017 heb ik dat account op Dream Market laten aanmaken. Ik heb eerst een account op [accountnaam] gehad. Na ongeveer 14 verkopen is dit account uit de lucht gehaald. Daarna heb ik het account op Dream Market gehad.
V: Aan wie verkocht je methylfenidaat?
A: Aan mensen in Nederland buiten Dream Market die bij mij bestelden.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2018,opgenomen op pagina 1039 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 1 oktober 2018 heb ik een onderzoek ingesteld. Doel van het onderzoek was om de apotheekbezoeken van 31 augustus 2018 door [medeverdachte 1] en [verdachte] te beschrijven in een proces-verbaal. Dit aan de hand van OVC, baken, geplaatst in het voertuig: BMW, kenteken [kenteken] , en telefoontaps.
Resumé
Op 31 augustus 2018 zitten verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] nagenoeg de hele dag samen in de auto. De volgende locaties worden bezocht en het volgende wordt besproken:
(de rechtbank: [medeverdachte 1] = verdachte [medeverdachte 1] , [verdachte] = verdachte [verdachte] ) […]
14:41 uur: [medeverdachte 1] Ja, maar als een opstandig is, dan zitten we precies namelijk bij die [naam apotheek 1] , daar moet ik nog heen. 14:43 uur: [naam apotheek 2] te Weesp.
15:00 uur: [verdachte] Het duurde wel lang deze. [medeverdachte 1] Ja, heel druk, Turken (ntv) er worden zoveel medicijnen gehaald, dan val je als blanke helemaal niet op.
15:26 uur: [naam apotheek 3] te Amsterdam.
15:42 uur: [verdachte] Dan gaan we nu eerst Purmerplein nu. [medeverdachte 1] Hoever is dat hier vandaan? [verdachte] Dat weet ik niet. [medeverdachte 1] Ja dat kan, ik kan wel even kijken hoe ver het is. Drie kilometer.
16:00 uur: [naam apotheek 4] te Amsterdam.
16:29 uur: [naam apotheek 5] te Amsterdam.
16:53 uur: [naam apotheek 6] te Amsterdam.
16:57 uur: [verdachte] Nog twee. [medeverdachte 1] Ja eerst naar [naam apotheek 1] ja, daar moet ik nog wat ophalen.
17:20 uur: [naam apotheek 1] te Amsterdam.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2018, opgenomen op pagina 2255 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Uit de bevindingen van het onderzoek Beini ontstond de verdenking dat [verdachte] , in samenwerking met haar partner [medeverdachte 1] , betrokken was bij handel in methylfenidaat.
Wetenschap handel
De opgenomen (tele)communicatie laat zien dat [medeverdachte 1] en [verdachte] in allerlei gesprekken bepaalde kenmerkende woorden en zinsneden gebruikten passend bij handel in methylfenidaat, bijvoorbeeld (het uitprinten en het er op plakken van) labels, etiketten, doosjes, het (op)sturen van de doosjes, pakketje(s), recepten, apotheken en betalingen met bitcoins. Daarnaast werden in de woning van de verdachten dergelijke goederen aangetroffen, waaronder een hoeveelheid doosjes (45) met methylfenidaat en diverse (post)pakketten, voorzien van (Post NL)labels, met daarin doosjes methylfenidaat. Dat [verdachte] wetenschap droeg van de handel in methylfenidaat blijkt onder meer uit de hieronder vermelde gesprekken:
(de rechtbank: [medeverdachte 1] = verdachte [medeverdachte 1] , [verdachte] = verdachte [verdachte] ) 30 augustus 2018:
[medeverdachte 1] ‘ [naam apotheek 7] ’, ja, die moet ik nog ophalen. Weis (fon) hoef ik niet op te halen, die is klaar.
[medeverdachte 1] Ehm… [naam apotheek 8] . Ik weet wel waar het is (ntv).
1 september 2018:
[verdachte] Jij kan niet meer (ntv)
[medeverdachte 1] Nee, ik heb de pakketten met die auto (ntv) nu weer (ntv).
[verdachte] Maar de labels die heb je ook niet allemaal. Of wel?
[medeverdachte 1] Nee. Weet je hoeveel? Meer pakketten (ntv) dat kan ik niet maken. (ntv) wat ik ben. (ntv) Nu heb ik er wat verstuurd. Dan heb ik. Dat ga ik allemaal inpakken.
5 september 2018:
[verdachte] Ik snap het niet.
[medeverdachte 1] Hij krijgt, hij heeft nu 18 doosjes, ja?
[verdachte] Ja.
[medeverdachte 1] En hij vroeg of hij 250 euro kon krijgen. Nou, dat is 10 doosjes. Dan moet ie er nog 8 hebben. Maar hij moet deze week nog meer ophalen, alleen hij kon niet meer ophalen. En dat vind ik ook niet zo erg. Maar ik wil wel die doosjes. Die wil ik alvast in de pocket hebben en niet hij zegt: ‘ohh dat doe ik volgende week wel weer.’
[verdachte] Och god, je communiceert duidelijk. Eindelijk he, jezus.
[medeverdachte 1] Waar heb je het over?
[verdachte] Dat je niet eindelijk een keer duidelijk uitlegt.
[medeverdachte 1] Doe niet zo boos naar mij.
[verdachte] Nee, ik ben positief. Ik zeg, je bent eindelijk een keer duidelijk. Dat is positief. Je legt het nu eindelijk een keer goed uit.
[…]
[verdachte] Wat kan het schelen. Wij willen op vakantie, dus ehh laat maar mooi even prikken. Mooi even wat extra. Ja, toch?
[medeverdachte 1] Ik vind het wel best.
[verdachte] Wat krijg je voor zo’n doosje dan?
[medeverdachte 1] Twee en een half honderd.
[verdachte] Maar jij betaalt 150.
[medeverdachte 1] Ja, ik betaal meer omdat ik het niet heb afgesproken.
[…]
[medeverdachte 1] Wat kostte dit nu alles bij elkaar? [verdachte] 75 euro.
[medeverdachte 1] Laten we ervoor zorgen dat we vrijdag die rotzooi al klaar leggen.
[verdachte] Wat?
[medeverdachte 1] Die doosjes, alles ingepakt en weg alles. Dat we dat niet in het weekend nog moeten doen.
[verdachte] Yep.
6 september 2018:
[verdachte] Als we gaan, moeten echt last minute boeken.
[medeverdachte 1] Oh zo, maar he schat heb je niet gezien wat er alleen al dit weekend weggegaan is. Iets van 20 pakketten. […]
[medeverdachte 1] Hier nog een. En dan gaan we naar Utrecht. En een recept ophalen, die is besteld.
[…]
[medeverdachte 1] Zo ik heb hem even een app gestuurd. Dan moet die zelf dacht ik bij mijzelf (ntv) [verdachte] Hoeveel…
[medeverdachte 1] Twintig brief, dus dat zijn twintig.
[verdachte] Twintig wat?
[medeverdachte 1] Twintig doosjes.
[verdachte] Had die?
[medeverdachte 1] Ja. Dus dat is drie… dan had die er waarschijnlijk zelf twee.
20 september 2018
[medeverdachte 1] Die dex zeg maar, levert 80 euro per doosje op en bij negentig stuks drie keer tachtig, 240. Kopen maar, 210 per negentig.
[verdachte] Als ik jou was zou ik nu maar gewoon een lading aannemen en dan zeg je eerst dit even kijken. Daarna even kijken. Anders kom je echt niet serieus over hoor. Maar er is wel veel. 27 september 2018
[verdachte] Ben je laat (ntv)?
[medeverdachte 1] (ntv)
[verdachte] Omdat je dat zo zei (ntv).
[medeverdachte 1] Dan weet ik zeker dat het sneller gaat, dan hoef je alleen maar te printen en te plakken en dat inpakken moet hij natuurlijk ook ergens kunnen doen, snap je?
[verdachte] Denk je wel dat het goed gaat? Dat duiken (ntv).
[medeverdachte 1] Dat kost ons (ntv).
[medeverdachte 1] Eigenlijk later ophalen, zodat ik die in een keer goed heb, zoals Hilversum, en dan die andere, zeg maar dat Soest en Baarn gewoon in een keer pakken.
[verdachte] Ja.
[medeverdachte 1] Ik ga dan in het vliegtuig ga ik zeg maar nog een dingetje maken (ntv) in Excel, dan kan ik aanvinken als ik ze geteld heb, zeg maar. Dan kan ik al ver van tevoren (ntv), anderhalve week plannen.
[verdachte] Denk dat we een week een moeten hebben.
[…]
[verdachte] Je moet die [naam 15] wel iets extra doosjes geven zodat hij zijn eigen dingen kan inpakken.
[medeverdachte 1] Ja. (ntv) Ritalin.
[verdachte] Hmm?
[medeverdachte 1] (ntv) Ritalin voor hem haalt (ntv).
28 september 2018
[medeverdachte 1] Had jij die track&trace van die dinges nog nagekeken staat ergens (ntv) van die doosjes?
[verdachte] zegt dat ze het niet weet omdat ze zes codes heeft ontvangen en dat een ervan het dan is.
[…]
[verdachte] Deze staan er ook allemaal niet in.
[medeverdachte 1] Maar je loopt helemaal achter schat. Je moet recepten inleveren, staat hier een recept in? Nou zie, dan kom ik straks met het product naar buiten, dat is toch een teken dat ik het recept heb ingeleverd? Of moet ik nog meer bewijs regelen?
[verdachte] Nee dat hoeft niet, maar ik vind het gewoon vreemd dat...
Dream Market
Uit het onderzoek bleek dat [medeverdachte 1] niet alleen fysiek en via een forum methylfenidaat verkocht, maar ook via een zogenaamde dark web marktplaats (i.c. Dream Market). Dat [verdachte] hier ten minste van op de hoogte is, wordt onder meer ondersteund door verschillende documenten en afbeeldingen aangetroffen op haar laptop. Opgenomen gesprekken laten zien dat zij weet had van de handel via Dream Market en dat [verdachte] en [medeverdachte 1] hierin met elkaar samenwerkten.
Onder andere pseudokoop van methylfenidaat via het verkoopaccount ‘ [accountnaam] ’ op Dream
Market en de bevindingen van in beslag genomen laptops hebben de verbinding tussen
[medeverdachte 1] en de verkoop via Dream Market bevestigd. Ook verklaarde [medeverdachte 1] dat het verkoopaccount ‘ [accountnaam] ’ van hem was en hij hiermee methylfenidaat verkocht in binnenen buitenland. Dat [verdachte] hier eveneens een aandeel in heeft gehad dan wel wetenschap droeg van het feit dat [medeverdachte 1] handelde via een dark market, komt naar voren in diverse gesprekken. Zo hadden [verdachte] en [medeverdachte 1] op 30 augustus 2018 het volgende gesprek:
[verdachte] Wat is dan slim?
[medeverdachte 1] Ik moet even langs Amsterdam schat. Ik heb al klachten op mijn platform he? Dat ik te wei-, dat ik te laat lever elke keer. Dus ik word…
Ook werden bij de doorzoeking Engelstalige visitekaartjes aangetroffen, waarin de klant werd bedankt voor de ‘order’ en hem werd gevraagd te onthouden om te ‘finalizen’ op het platform.
Op 20 september 2018 sprak [verdachte] met [medeverdachte 1] over openstaande bitcoins, order maken en aangeleverd krijgen in doosjes:
Geritsel van papier en het lijkt erop dat [medeverdachte 1] geld telt.
[verdachte] Hoelang duurt het dan voor de rest van het geld weer binnenkomt?
[medeverdachte 1] Ja kan ik straks wel even kijken.
[verdachte] Als we wel vakantie willen hebben. Ik moet ook naar school he daarom. Ik wil er niet om zeuren als je dat denkt. Deze studie duurt minimaal toch wel drie weken voordat je alles weer hebt.
[medeverdachte 1] Ja er staat nog 1,4 open he, bitcoin. Dus dat is eh en als ik hier eh orders van maak en wil niet boven de driehonderd uitkomen.
[verdachte] Je krijgt ze toch niet aangeleverd in doosjes.
Verder sprak [medeverdachte 1] op 17 oktober 2018 met een NN-man, waarin hij vertelde dat één van zijn kinderen op het beeldscherm van de computer zag dat hij op ‘Dream’ zat. Daarnaast besprak hij met de man of hij gebruik maakte van op anonimiteit gerichte software (Tor, VPN) om in te loggen op ‘Dream’. [verdachte] stapte gedurende dit gesprek in de auto en wederom werd over ‘Dream’ gesproken:
[medeverdachte 1] Als je dan en een Tor en een VPN hebt, dan ga je eerst op de VPN eruit. Dus dat kan Vodafone of KPN al niet zien dat je eigenlijk he, Torren duikt. Daarna wordt het wel wat lastiger om uh… Maar log je ook wel eens zo in op Dream en dat soort dingen?
NNman: Nee, ik doe het via m’n telefoon.
[medeverdachte 1] D’r is nu een nieuwe update? Ooh ik heb gisteren 25 euro gestort.
NNman: Naar Dream?
[medeverdachte 1] Nee niet naar Dream, die heeft wel genoeg van mij gestolen.
[…]
NNman: Dat is een vereiste. Proton VPN.
[medeverdachte 1] Maar wat kost dat?
NNman: niks. Als je een Protonaccount hebt, kun je inloggen.
[medeverdachte 1] De kinderen zijn al zo slim, die zitten dus op school, dan zijn de sites geblokt, eventjes fjup fjup fjup fjup, laadt die even een VPN.
NNman: Die van mij ook.
[medeverdachte 1] Die jongste is 9, die liep achter mij langs, die riep Dream.
Beide mannen lachen.
[medeverdachte 1] Die zit natuurlijk die kijkt langs je en die ziet Dream op je scherm staan. Dream riep die. Maakt ook niet uit he want dat kan.
NNman zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij tegen [verdachte] moet zeggen dat ze aan de kant van de fietsen moet zijn.
20:02 uur. [verdachte] stapt in (baken stopt op Oude Stationsweg in Driebergen-Rijsenburg).
[medeverdachte 1] vraagt aan NNman of hij even mee gaat naar een pizzeria. Ze praten verder over de rekenvaardigheid van Fins.
[medeverdachte 1] vertelt dat ze Dream op zijn computer zagen en dat [medeverdachte 1] voortaan moet oppassen als ze achter hem langs lopen.
[…]
[medeverdachte 1] zit met NNman en [verdachte] in de auto. Praten over hoe je ervoor kunt zorgen dat je kinderen niet zien wat er op je computerscherm staat, privacyscreens.
[verdachte] besprak op 9 december 2018 met [medeverdachte 1] een openstaand bitcointegoed en verwachte bestellingen:
[medeverdachte 1] Ja, eh waar staat ie nu op bij jou?
[verdachte] 3190?
[medeverdachte 1] Oké omdat ie op de blockchain al op 3210 staat en waar heb ik hem er voor in staan?
[verdachte] 3224 moet ie even eruit halen dan?
[medeverdachte 1] Ja ik zat te denken, ik verwacht namelijk dat ie morgen alleen maar naar beneden gaat snap je?
[verdachte] Dan kan je hem nu even eruit halen en dan kijken we vanavond even waarop ie dan staat.
[medeverdachte 1] Ja oké, maar dan zal je op een halve bitcoin twintig euro, op een hele bitcoin meer krijgen, dan heb je tien euro meer. We hebben al te veel verloren hoor. We hebben op die andere ook nog staan he? Ik heb Mounir al omgezet een deel omdat Mounir hartstikke laag staat. Laten we dat gewoon open staan. Ik heb ook nog anderhalf bitcoin tegoed weet je. Morgen zullen er wel meer bestellingen komen, laten we een beetje meer op safe spelen snap je?
Uitvoerende handelingen
Uitgaande van verscheidene gesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] , blijkt [verdachte] wel degelijk betrokken te zijn geweest en handelingen te hebben uitgevoerd ten behoeve van de handel.
Terwijl ze in de auto zaten (20 september 2018), wees [medeverdachte 1] haar erop iets duidelijk op de doosjes te zetten en gesproken werd over honderdtwintig; een veelvoud van de gangbare dertig pillen per doosje:
[medeverdachte 1] Echt goed op zetten op die doosjes. Mensen die raken helemaal in paniek bestellen ze honderdtwintig en dan krijgen ze twee doosjes. Dat is toch dom om die even te tellen hoeveel ze gehad hebben. Als ik het er op schrijf dan zien ze het wel.
En uit een gesprek van 18 oktober 2018 komt naar voren dat [verdachte] labels maakte:
[medeverdachte 1] Je moet sowieso met ze morgen labels maken, die zooi moet morgen gewoon op de post. Ik heb morgen een gesprek en daarna moeten we labels eh...
[verdachte] Ik ga morgenvroeg sporten.
[medeverdachte 1] Dat is niet erg, maar dan ga ik daarna als ik terugkom doosjes inpakken
(onverstaanbaar) dan is het ook zo klaar, maar als ik moet wachten tot je de labels klaar hebt dan duurt het lang (onverstaanbaar), ga ik van tevoren wel even kijken wat er nodig is.
Dat [verdachte] verzendingen gereedmaakte en verzond bleek bovendien uit iMessage-gesprekken van haar met [medeverdachte 1] :
1 augustus 2016
[medeverdachte 1] : [naam 1] , [straatnaam] , [woonplaats] .
[verdachte] : ?
[medeverdachte 1] : 1x 1 doosje
[verdachte] : Oh
[medeverdachte 1] : Kun je die zo op de post doen?
[verdachte] : Ja
10 augustus 2016
[medeverdachte 1] stuurt een screenshot van een gesprek tussen ‘ [naam 2] ’ en [naam 3] . ‘ [naam 2] ’ vraagt waar het naartoe gestuurd moet worden, [naam 3] geeft zijn adresgegevens en ‘ [naam 2] ’ zegt dat hij €60 kan overmaken voor beide doosjes.
[medeverdachte 1] : 2 doosjes
[medeverdachte 1] : geld is binnen
[verdachte] : Top. Pak ik het straks in…
Ten slotte gaf [verdachte] op 20 september 2018 in een gesprek met [medeverdachte 1] aan dat zij het verder zou beheren en spraken ze in de voortzetting van dit gesprek over het plakken van labels, doosjes een merkje geven en apothekers:
[medeverdachte 1] Als ik straks nergens meer in sta als zijnde hoe heet dat klant. Sommige zien het al dat ik helemaal niet meer verzekerd ben. Er staan overal meldingen dat ik in het buitenland verzekerd ben. Dus als ik het dan zeg en ze halen het opnieuw op. Een januari zou mooi zijn na een januari staat het bij iedereen wel in. Kan ik twee weken … (ntv) dan maakt het niets uit.
[verdachte] Nee.
[medeverdachte 1] Wat is de regeling, mag je het voor drie maanden meenemen. Kijken dan blijf je een week hier. Een week en drie maanden he.
[verdachte] Maar dan laat je mij alles verder alles beheren want dat kan jij echt niet. Sorry, dat ik het zeg dan is het in een keer tub tub tub en dan einde van maand twee, en dan is het oh ja alles is op is alles is weg.
[medeverdachte 1] Dan moet je de advertenties op blijven gooien. Ja, verkoopt is verkoopt, als ik in de eerste maand alles kan verkopen is het weg. Gewoon tegen de prijzen die erop staan snap je?
[medeverdachte 1] Maar kan jij natuurlijk op dat moment alleen maar bij wijze spreken de labels erop plakken want je kan de doosjes gewoon een merkje geven, dan weet je precies wat erin zit.
[verdachte] Ik heb nog liever dat je iets meer op voorraad hebt dan dat je er de elke keer achteraan moet. Zoals gisteren ook, we hadden gewoon wat kunnen doen. Wat?
[medeverdachte 1] Dat kaartjes voor labels.
[medeverdachte 1] Het is bijna te mooi om waar te zijn, zulke aantallen. Weet je, ik weet hoe streng ze zijn. Zelfs als ik het wekelijks zou willen, zou niet lukken.
[verdachte] Dat speelt al wel een tijdje he?
[medeverdachte 1] Jawel, maar een van de apothekers zegt laten we eerst even met vijftig doosjes proberen, even kijken hoe het gaat.
[verdachte] Ja, maar wel opletten straks is het wel een val he? Een val van televisie dat ze bezig zijn dat...
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank het primair ten laste gelegde medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2 onder A (valsheid in geschrift - recepten)
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 januari 2019 (AH190), opgenomen op pagina 1919 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 11 december 2018 is het voertuig dat in gebruik is bij [medeverdachte 1] , een BMW met het kenteken [kenteken] , in beslag genomen. Tevens is er op genoemde datum een doorzoeking gedaan in de woning aan [straatnaam] te Eelderwolde.
Onder de zonneklep aan de bestuurderszijde van de BMW bevonden zich herhalingsrecepten en kwitanties van diverse apotheken.
In de woonkamer van de woning staat een wit dressoir. In deze kast lag een doos met hierin een grote hoeveelheid kwitanties en herhaalrecepten voor het medicijn ritalin/methylfenidaat.
De aangetroffen kwitanties/herhaalrecepten uit de auto en de woning zijn verwerkt in dit procesverbaal.
Er zijn zes recepten aangetroffen welke zijn uitgeschreven uit naam van psychiater
[naam 4] . Op al deze recepten staat de datum 28 november 2018 vermeld. Al deze recepten zijn ondertekend. De handtekeningen verschillen van elkaar.
Een van de recepten dat is aangetroffen, is uitgeschreven door psychiater [naam 5] . Deze is ondertekend met dezelfde handtekening als recepten van psychiater [naam 4] .
(bijlage pagina 1952) recept van [naam 5] , psychiater, d.d. 27 november 2018 voor diazepam.
(bijlage pagina 1962) zes recepten van [naam 4] , psychiater, d.d. 28 november 2018 voor methylfenidaat.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 maart 2019 (AH228-03), opgenomen op pagina 2887 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 11 december 2018 vond er een doorzoeking plaats in de woning aan [straatnaam] te Eelderwolde. In de keuken werd een donkerbruine tas aangetroffen naast de eettafel. In de tas werden verschillende bescheiden aangetroffen. Door mij werd het volgende bevonden.
Een drietal getekende recepten van [naam 6] , psychiater. Het betreffen recepten voor diazepam, bestemd voor [medeverdachte 2] .
Ook werden twee getekende recepten van [naam 4] , psychiater, aangetroffen. Het betreffen recepten voor methylfenidaat. Opvallend is dat de datum van het recept 28 december 2018 betrof, terwijl de recepten op 11 december 2018 werden aangetroffen.
(bijlage pagina 2890) twee recepten van [naam 6] , gedateerd 3 december 2018.
(bijlage pagina 2891) een recept van [naam 6] , gedateerd 10 december 2018.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 12 december2018, opgenomen op pagina 3476 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :
Ik heb bij meerdere apotheken vervalste recepten ingeleverd en daar ritalin voor gekregen. Mijn psychiater zei toen dat hij een recept zou uitschrijven waar ik zelf een handtekening onder kon zetten. Ik heb dit recept nog als Word document in mijn PC. Ik kon dit meerdere keren uitprinten. Hiermee kon ik naar de apotheken. Ik zette mijn eigen handtekening eronder.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2019 (AH313), opgenomen op pagina 3425 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Door verbalisant werd met het zoekwoord “recept” de OVC-gesprekken doorzocht.
26 september 2018
Er wordt gereden en [medeverdachte 1] vervolgt zijn gesprek met [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] , [verdachte] = [verdachte] [medeverdachte 1] Heb jij een foto van een recept?
[verdachte] Nee
[medeverdachte 1] O dat is kut.
[verdachte] Uh maar dat kan ik wel even vragen hoor.
[medeverdachte 1] Je moet een foto van het recept vragen, want als ik dan ergens ben en ik laat het zien dan is dat voor hun goed, snap je?
[…]
27 september 2018
[verdachte] Je hoeft er maar eentje hier?
[medeverdachte 1] Deze moet het recept hebben.
[verdachte] Ooh.
28 september 2018
[medeverdachte 1] en [verdachte] rijden in de auto.
[medeverdachte 1] Heb jij gisteren recepten ook nog ergens ingestopt? Of zitten die gewoon allemaal in mijn tas?
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 februari 2019 (AH228-07), opgenomen op pagina 2457 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 11 december 2018 vond er een doorzoeking plaats in de woning aan [straatnaam] te Eelderwolde. Dit betreft de woning van verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] .
6. Bewijsmiddel nummer 4, opgenomen in dit vonnis in het bewijsmiddelenoverzicht ten aanzien vanfeit 1.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2 onder B (valsheid in geschrift - arbeidsovereenkomst)
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een schriftelijk bescheid, te weten een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen [bedrijf 1] (werkgever) en [verdachte] (medewerker), gedateerd op 1 oktober 2018 en ondertekend in Utrecht op 15 november 2018 door [medeverdachte 3] en [verdachte] (V-016-01), opgenomen tussen pagina’s 123 en 124 van voornoemd dossier als bijlage bij het verhoor van medeverdachte [medeverdachte 3] , voor zover inhoudende:
De medewerker treedt op 1 oktober 2018 in dienst bij werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van: Bedrijfsjurist.
Het salaris bedraagt € 4.624,- bruto per maand.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 april 2019,opgenomen tussen pagina’s 123 en 124 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 3] :
V: Wat kunt u over dit dienstverband vertellen?
A: Dit was ook voor haar om een lening te krijgen. Ze kon nog niet voldoende in jaren aantonen dat ze uit haar bestaande bedrijven voldoende inkomsten kon genereren.
V: Hoe is het dienstverband tot stand gekomen?
A: We hebben een arbeidsovereenkomst gemaakt. Die is ondertekend.
V: Hoeveel maanden heeft zij salaris ontvangen?
A: 2 maanden.
V: Welke werkzaamheden heeft [verdachte] feitelijk uitgevoerd?
A: In deze twee maanden hebben we niets gedaan.
V: Hoe is tot het salaris gekomen?
A: Dat zal mede ontstaan en afgesteld zijn op de aanvraag van de hypotheek.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 februari 2019 (AH228-07), inclusief bijlage 1 en 2, opgenomen op pagina 2457 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 11 december 2018 vond er een doorzoeking plaats in de woning aan [straatnaam] te Eelderwolde. Dit betreft de woning van verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] . Tijdens de doorzoeking werd in beslag genomen in slaapkamer 1 op het dressoir:
- -
Verkoopgegevens Kavel [project] ;
- -
Voorbeeld arbeidsovereenkomst [verdachte] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 19 februari 2019 (AH-215), opgenomen op pagina 2442 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Tijdens de doorzoeking van de woning aan [straatnaam] te Eelderwolde d.d. 11 december 2018 is er een iPhone X aangetroffen. In het menu instellingen waren onder andere de volgende gegevens aanwezig:
Naam: iPhone van [verdachte]
Ik heb de inhoud van de WhatsAppgegevens bekeken. Ik kwam de navolgende WhatsAppgesprekken tegen tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] . Vermoedelijk gaat het hier om [medeverdachte 3] .
4 november 2018 – [medeverdachte 3] : Hoi [verdachte] , dacht nog even na over een andere mogelijkheid voor aankoop huis. Je zou ook nog bij mij op de loonlijst kunnen staan voor secretariaat enz. als jouw inkomen niet voldoende zou zijn.
4 november 2018 – [verdachte] : Wow wat een lief voorstel. Ik denk wel dat ik daarmee dat probleem een stuk kan oplossen immers een “vaste baan” (op papier) doet 100x beter dan een eigen bedrijfje. Uiteraard betaal ik dan het loon en de bijbehorende kosten gewoon aan jou terug!
7 november 2018 – [medeverdachte 3] : Kan jij vanmorgen aan de hyp. Adviseur eens vragen of je naast de loonstroken ook bankafschriften moet overleggen?
7 november 2018 – [verdachte] : Hij had aangegeven dat naast de loonstroken het salaris ook op de bank gestort dient te worden. Uiteraard betaal ik elke maand gelijk nadat je het stort het geld contant aan je terug.
14 november 2018 – [verdachte] : Ik probeer vandaag de arbeidsovereenkomst klaar te maken.
16 november 2018 – [medeverdachte 3] : Salaris oktober zojuist overgemaakt.
27 november 2018 – [verdachte] : Ik zag dat je mijn “salaris” al had gestort van deze maand. Zullen we een afspraak maken zodat ik je het geld kan teruggeven?
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank het primair ten laste gelegde valselijk opmaken van een geschrift, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 3] , wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3 (gewoontewitwassen)
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 13 december2018, opgenomen op pagina 3489 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :
A: Ik heb aan [medeverdachte 4] gevraagd of hij iemand wist die een prepaid kaart kon aanvragen. [medeverdachte 4] kwam toen met [naam 7] .
V: Wat deed je precies met die creditcard dan?
A: Geld opnemen en betalingen doen.
V: Had je meerdere passen?
A: Ik had meerdere passen, ook op naam van anderen. Op naam van [naam 8] , op [medeverdachte 2] en wat buitenlandse namen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 18 december2018, opgenomen op pagina 3584 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :
V: Hoe ontving jij de betalingen van de verkoop?
A: Bitcoins en contant. Dit waren de betalingen niet via het dark web.
V: Hoe gingen de betalingen via Dream?
A: Het wordt via Escrow een betaling geblokkeerd. Na ontvangst van de bestelling wordt deze betaling vrijgegeven door het systeem. Je ontvangt dan de bitcoins op een tussenrekening van het platform. En dan kun je het doorstorten. Je kunt het dan doorstorten naar een andere wallet en vanuit daar kun je het dan naar een debit-/creditcard doorstorten. Dan kun je het weer uitgeven bij een winkel of een tankstation. Of geld opnemen.
V: Wat voor kaarten waren dat?
A: Visakaarten van Wirex en een Mastercard van Viabuy.
V: Op wiens naam stonden deze kaarten?
A: Op mijn naam en ik heb er één op [medeverdachte 2] , één op [naam 7] en twee op buitenlandse namen.
V: Wat kun jij vertellen over het gebruik van bitcoin ATM’s om verdiensten van de handel in methylfenidaat te gelde te maken?
A: Sinds 2017 denk ik bezocht ik meerdere ATM-machines in Amsterdam. In 2018 was er één in Groningen. Daarin kun je geld overmaken van bitcoins naar contant geld. Het geld dat ik opnam was niet alleen afkomstig van de handel, ik had ook in 2016 bitcoins gekocht die meer waard werden. Ik liet me ook uitbetalen via Bitonic en nog een online club.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 18 december2018, opgenomen op pagina 3597 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :
V: Wat kun je ons vertellen over de aangetroffen (betaal)kaarten in jullie woning op naam van [medeverdachte 2] , [naam 9] , [naam 10] , [naam 11] en [naam 8] ?
A: Ik had een aantal passen zelf en een aantal passen via onder andere [naam 7] verkregen.
V: Hoe werden die kaarten vergoed?
A: Volgens mij met bitcoins, dat zijn van die bitcoinkaarten.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juli 2018 (AH106), opgenomen op pagina 965 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 26 april 2018 zijn de historische gegevens van [medeverdachte 1] opgevraagd bij Bitonic. Op 5 juni 2018 heb ik de volgende informatie ontvangen:
[medeverdachte 1] is een klant van Bitonic. Hij heeft een account onder zijn eigen
bankrekeningnummer namelijk [rekeningnummer] . In totaal heeft [medeverdachte 1] voor een bedrag van € 9.697,50 aan bitcoins laten uitbetalen op zijn eigen bankrekeningnummer, tussen 5 januari 2017 en 15 maart 2018. Opvallend is dat [medeverdachte 1] zijn bitcoinadres gebruikt voor het uitbetalen van bitcoins op bankrekeningen van andere personen. Door Bitonic wordt dit herkend als een patroon welke vaak gezien wordt op het moment dat bitcoins worden ingezet om geld wit te wassen. Hierbij worden bitcoins verspreid naar verschillende natuurlijke personen die het geld vervolgens contant opnemen. Vanaf het bitcoinadres van [medeverdachte 1] zijn betalingen gedaan naar 17 personen, waaronder naar [naam 13] .
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 november 2018 (AH-152), opgenomen op pagina 1532 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik heb onderzoek gedaan naar de bitcoinadressen die door Bitonic zijn geleverd. Uit onderzoek blijkt dat er een link is naar verschillende darknet-markets.
Op 8, 23 en 31 maart 2017, 10 en17 mei 2017 hebben er transacties plaatsgevonden, waarvan het ontvangstadres is te linken aan het bankrekeningnummer [rekeningnummer] , op naam van [medeverdachte 1] . Chainalysis geeft aan dat een deel van deze storting afkomstig is van Dream Market.
Op 15 februari 2017 heeft er een transactie plaatsgevonden, waarvan het ontvangstadres ook is te linken aan bankrekeningnummer [rekeningnummer] , op naam van [medeverdachte 1] . Chainalysis geeft aan dat een deel van de storting afkomstig is van Hansa Market.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 februari 2019 (AH216), opgenomen op pagina 2457 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 18 februari 2019 vorderde ik transacties van de aangetroffen debitcards aan de [straatnaam] te Eelderwolde bij EquensWorldpay in de periode 1 januari 2016 tot en met heden. De aangeleverde transacties werden door mij geanalyseerd. Alle transacties vonden plaats in 2018. Wirex
Kaartnummer | Naam | Totaal |
[nummer] | [naam 11] | € 240,00 |
[nummer] | [naam 9] | € 2.165,82 |
[nummer] | [naam 8] | € 750,00 |
[nummer] | [medeverdachte 1] | € 17.417,23 |
[nummer] | [verdachte] | € 6.649,08 |
Viabuy
Kaartnummer | Naam | Totaal |
[nummer] | [verdachte] | € 2.103,73 |
[nummer] | [medeverdachte 1] | € 5.978,29 |
[nummer] | Onbekend | € 832,86 |
Totaal van de aangetroffen en onderzochte kaarten van 18 februari 2018 t/m 8 december 2018: € 36.137,01.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 april 2019,opgenomen op pagina 2255 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Uit de opgenomen (tele)communicatie komen uiteenlopende gesprekken naar voren over kennelijke inkomsten en/of geldbedragen die [medeverdachte 1] en [verdachte] ter beschikking hadden.
Bitcoins
Regelmatig spraken [verdachte] en [medeverdachte 1] over het bezit en/of te gelde maken van cryptocurrency (i.c. bitcoins) en daaraan gerelateerde termen. Op 20 september 2018 spraken [verdachte] en [medeverdachte 1] op meerdere momenten over bitcoins, bedragen en omzetten. Waarschijnlijk betrof dit het omzetten van cryptocurrency naar euro’s.
[medeverdachte 1] Je moet even dat bitcoin ding openen zodat ik dan op je bitcoin wallet kan storten naar je blockchain.
[verdachte] Die?
[medeverdachte 1] Ja.
[verdachte] Moet ik mee naar binnen? Wat is de bedoeling?
[medeverdachte 1] Ja, ik heb bij jou ook geld, duizend gepind.
[medeverdachte 1] Zesentwintig honderd toch?
[verdachte] Ach, zesentwintig honderd.
Geritsel van papier en het lijkt erop dat [medeverdachte 1] geld telt.
[verdachte] Hoelang duurt het dan voor de rest van het geld weer binnenkomt?
[medeverdachte 1] Ja kan ik straks wel even kijken.
[verdachte] Als we wel vakantie willen hebben. Ik moet ook naar school he daarom. Ik wil er niet om zeuren als je dat denkt. Deze studie duurt minimaal toch wel drie weken voordat je alles weer hebt.
[medeverdachte 1] Ja er staat nog 1,4 open he, bitcoin. Dus dat is eh en als ik hier eh orders van maak en wil niet boven de driehonderd uitkomen.
[verdachte] Je krijgt ze toch niet aangeleverd in doosjes.
Gesprek gaat verder over de afspraak. [medeverdachte 1] benoemt dat er veel geld in de auto ligt nu.
[…]
[verdachte] vraagt aan [medeverdachte 1] over bitcoins en zegt dat [medeverdachte 1] gisteren zei dat hij eenendertig honderd euro aan bitcoins had. [medeverdachte 1] legt daarna aan [verdachte] uit hoeveel bitcoins er nog staan.
[…]
[medeverdachte 1] Ja nou vergeet ik in mijn snelheid dat het pasje waar die tweehonderdvijftig euro op staat. Komen we dan tekort of niet? Anders moet ik even gauw terugrijden.
[verdachte] He, nee dan kom je tekort.
[medeverdachte 1] Oké dan haal ik nog even dat groene pasje ja?
[verdachte] Ja misschien staat er dinges, nee volgens mij staat er net te weinig op.
[medeverdachte 1] Nee, ik had het al omgezet.
Op 13 september 2018 spreken [verdachte] en [medeverdachte 1] over passen en omzetten:
[medeverdachte 1] Even kijken, waar hebben we geld gestopt.
[verdachte] Niet op mijn pas?
[medeverdachte 1] Anders misschien op de mijne ook wel… [verdachte] Je hebt het omgezet toch?
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 augustus 2018 (AH-109), opgenomen op pagina 973 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
[verdachte] heeft per 5 augustus 2018 een nieuwe personenauto op haar naam geschreven. Het betreft een Renault Clio, voorzien van kenteken [kenteken] .
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2019,opgenomen op pagina 4824 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 16]:
Ik doe import van auto’s. De BMW en de Renault met kenteken [kenteken] zijn bij mij aangekocht. Twee auto’s zijn ingeruild. Voor € 10.000,00 heb ik al deze aankopen en inruilingen gedaan.
Op 26 september 2018 ben ik met [medeverdachte 1] naar de Steeltilstraat gegaan en daar heeft hij € 1.000 uit een ATM machine gehaald. Op 27 september heeft hij € 900 in bitcoins overgemaakt op de rekeningen van mijn zoon. Op 8 november kreeg ik € 100. ’s Avonds kreeg ik € 700.
Gelet op de betrokkenheid van verdachte bij het onder 1 bewezen verklaarde in samenhang met voornoemde bewijsmiddelen, acht de rechtbank het primair ten laste gelegde medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
Feit 4 (gewoontewitwassen)
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een schriftelijk bescheid, te weten bankafschriften van [rekeningnummer] ten name van [bedrijf 4] in de periode 4 juli 2016 tot en met 26 juli 2016, opgenomen op pagina 213 en verder van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Datum | Bedrag | Tegenrekening | Ten name van | Omschrijving |
4 juli 2016 | € 17.888,44 BIJ | [rekeningnummer] | [naam 14] | Invoice number 262128 |
5 juli 2016 | € 535,19 AF | [rekeningnummer] | [verdachte] | Loon week 26 |
12 juli 2016 | € 26.250,00 BIJ | [rekeningnummer] | [bedrijf 2] | Facture achat de lait en poudrer |
13 juli 2016 | € 535,19 AF | [rekeningnummer] | [verdachte] | Loon week 27 |
15 juli 2016 | € 2.275,00 | [rekeningnummer] | [bedrijf 3] | Factuur/project 0032/1 |
15 juli 2016 | € 535,19 | [rekeningnummer] | [verdachte] | Loon week 28 |
15 juli 2016 | € 535,19 | [rekeningnummer] | [verdachte] | Vakantiedagen week 30 |
15 juli 2016 | € 535,19 | [rekeningnummer] | [verdachte] | Vakantiedagen week 29 |
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 april 2019 (AH310), opgenomen op pagina 3409 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Dit deelonderzoek richt zich op het inkomen van de verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] en de bedrijven waar de verdachten aan gelieerd zijn. Het uitbetaalde loon door [bedrijf 4] komt niet overeen met het opgegeven loon in 2016. Uit eerder geanalyseerde bankgegevens bleek het volgende:
Vanaf de rekening van [bedrijf 4] werd loon overgeboekt naar [verdachte] en [medeverdachte 1] .
Verder werd er door het bedrijf [bedrijf 3] twee keer een bedrag op rekening van [bedrijf 4] gestort. Bij het tweede bedrag van € 2.275 werd dezelfde dag met de omschrijving ‘loon’ een bedrag van € 2.268 overgeboekt naar [verdachte] en [medeverdachte 1] .
[bedrijf 4] en [bedrijf 5] betreffen ondernemingen welke op papier op naam stonden van Roy [medeverdachte 5] . [medeverdachte 5] verklaarde dat hij puur de bedrijven op naam had en verder geen bemoeienissen had. [medeverdachte 1] en [verdachte] zouden alles regelen.
Samengevat kan gesteld worden dat [bedrijf 4] een ‘fictieve’ onderneming is die werd gebruikt als dekmantel om uit misdrijf verkregen geld door te sluizen en waarvan dit geld, rechtstreeks of via fictieve bedrijven uiteindelijk weer terug kwam bij de verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] .
De privérekening [rekeningnummer] wordt, naar blijkt uit onderzoek, door haarzelf gebruikt voor zowel ontvangsten van vaste lasten, uitbetalingen van loon, reiskosten en dagelijkse uitgaven.
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 oktober 2018 (AH142), opgenomen op pagina 1344 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant;
Wat opviel uit de bankafschriften van bankrekening [rekeningnummer] ten name van [bedrijf 3] , waren de volgende bijboekingen:
Datum | Bedrag | Tegenrekening | Ten name van |
17 juni 2016 | € 74.529,00 BIJ | [rekeningnummer] | Ecobank Uganda Limited |
13 juli 2016 | € 19.875,00 BIJ | [rekeningnummer] | Ecobank Uganda Limited |
Op 10 november 2016 is namens [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] aangifte gedaan van oplichting c.q. verduistering. De twee handelsondernemingen hadden goederen besteld bij Nederlandse bedrijven, waarbij gebruik werd gemaakt van Nederlandse KvK-nummers, maar de facturen bleken valselijk te zijn opgemaakt. De bestelde goederen zijn nooit geleverd, terwijl twee bovenstaande aanbetalingen zijn gedaan.
Op 15 juli 2016 is vanaf deze rekening een bedrag van € 2.275,00 overgeboekt naar [bedrijf 4] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juni 2018 (AH-060),opgenomen op pagina 827 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik heb het uittreksel van de Kamer van Koophandel opgevraagd ten aanzien van [bedrijf 3] . Enig aandeelhouder, bestuurder en bewaarder boeken en bescheiden behoorde bij het bedrijf [bedrijf 6] .
Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel bleek dat enig aandeelhouder van [bedrijf 6] was: [bedrijf 6] .
Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel van de stichting is naar voren gekomen dat
[medeverdachte 1] bestuurder was sinds de oprichting op 27 oktober 2014 tot 15 augustus 2016.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 januari2019, opgenomen op pagina 4117 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 5] :
O: Wij hebben gegevens opgevraagd bij de ING Bank. Hieruit blijkt dat erop 3 maart 2016 de bankrekening [rekeningnummer] ten name van [bedrijf 4] is geopend. Je verklaarde eerder dat je onder andere deze rekening samen met [medeverdachte 1] hebt geopend.
V: Wat kun je hierover vertellen?
A: We zijn naar de ING in Leeuwarden gegaan en hebben een rekening geopend. [medeverdachte 1] heeft een rekening aangevraagd voor die bedrijven. Ik heb ervoor getekend, dat was mijn enige handeling.
Gelet op de inhoud en de samenhang van voornoemde bewijsmiddelen, acht de rechtbank het ten laste gelegde gewoontewitwassen, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] , wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feiten 1 primair, 2 A en B primair, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 11 december 2018 in de gemeenten Groningen en/of Tynaarlo en/of Winschoten en/of elders in Nederland, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen,
- -
opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, en
- -
opzettelijk heeft verkocht,
een hoeveelheid methylfenidaat, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
I;
2.
A) zij op of omstreeks 11 december 2018 te Eelderwolde, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk voorhanden heeft gehad valse of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
- -
medische recepten voor methylfenidaat, op naam van psychiater [naam 4] , gedateerd op 28 november 2018, en
- -
een medisch recept voor diazepam, op naam van psychiater [naam 5] , gedateerd op
27 november 2018, en
- -
medische recepten voor diazepam, op naam van psychiater [naam 6] , gedateerd op 3 december2018, bestemd voor [medeverdachte 2] , en
- -
een medisch recept voor diazepam, op naam van psychiater [naam 6] , gedateerd op 10 december2018, bestemd voor [medeverdachte 2] , en
- -
medische recepten voor methylfenidaat, op naam van psychiater [naam 4] , gedateerd op 28 december 2018,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat die medische recepten geheel vals/fictief was/waren opgemaakt, althans van een valse datum en/of valse handtekening en/of onjuiste persoons- en/of adresgegevens was/waren voorzien, terwijl verdachte wist dat die geschriften bestemd waren voor zodanig gebruik, namelijk als waren die geschriften echt en onvervalst;
EN
B)
zij in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 11 december 2018, in de gemeenten Tynaarlo en/of Utrecht, elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, een geschrift dat bestemd was om te dienen tot het bewijs van enig feit, namelijk een arbeidsovereenkomst, gedateerd op 1 oktober 2018, valselijk heeft opgemaakt immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met haar medeverdachte, geheel vals/fictief een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd opgemaakt, zogenaamd tussen [bedrijf 1] en/of [medeverdachte 3] , met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken;
3.
zij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 11 december 2018, in de gemeenten Groningen en/of Tynaarlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van witwassen van na te noemen voorwerpen,
immers heeft verdachte meermalen op verschillende tijdstippen in genoemde periode, tezamen en in vereniging met haar medeverdachte, voorwerpen, te weten
- -
telkens een hoeveelheid geld en/of bitcoins, afkomstig van illegale handel in methylfenidaat vanverdachte en haar medeverdachten, en
- -
een auto, merk Renault Clio, kenteken [kenteken] ,
verworven en voorhanden gehad,
terwijl zij telkens wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
4.
zij in juli 2016 in de gemeente Tynaarlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van witwassen van na te noemen voorwerpen,
immers heeft verdachte op na te noemen tijdstippen telkens tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte (van) een voorwerp, te weten:
- op 5 juli 2016,
535,19 euro, onder vermelding van 'loon week 26', en
- op 13 juli 2016,
535,19 euro, onder vermelding van 'loon week 27', en
- op of omstreeks 15 juli 2016,
535,19 euro, onder vermelding van 'loon week 28', en
535,19 euro onder vermelding van 'vakantiedagen week 30', en 535,19 euro, onder vermelding van 'vakantiedagen week 29',
a. a) de werkelijke aard en de herkomst verhuld, en/of
b) verworven en voorhanden gehad,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met haar medeverdachte, telkens dat geld,
- doorgestort of doen/laten doorstorten, onder verhullende vermeldingen, al dan niet via een of meer
andere bankrekening(en) waar verdachte en/of haar medeverdachte het beheer en/of beschikkingsmacht over had(den), te weten van de (schijn)bedrijven
- [ [bedrijf 4] ( [rekeningnummer] ), en/of- [bedrijf 3] ( [rekeningnummer] ), en/of (aldus) (telkens) dat geld (door)gestort of doen/laten (door)storten en/of omzetten, onder verhullende vermelding(en), naar een bankrekening van verdachte, te weten haar bankrekening
[rekeningnummer] ,
terwijl zij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwetgegeven verbod, meermalen gepleegd
EN
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
2. A. medeplegen van opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboekvan Strafecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
B. medeplegen van valsheid in geschrift;
3. medeplegen van gewoontewitwassen;
4. medeplegen van gewoontewitwassen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1, 2 A en B primair, 3 en 4 wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 150 uren, met aftrek van het voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaren. Hij heeft daarbij verwezen naar het afdoeningsvoorstel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verwezen naar het afdoeningsvoorstel. Hij heeft daarnaast opgemerkt dat de rol van verdachte kleiner is dan van medeverdachte [medeverdachte 1] en dat de schorsing van de voorlopige hechtenis al drie jaar duurt.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van Reclassering Nederland, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met haar partner [medeverdachte 1] en met [medeverdachte 4] schuldig gemaakt aan illegale handel in methylfenidaat, ook wel bekend als ritalin. Samen hebben zij duizenden pillen (onder andere via het dark web) verkocht in binnen- en buitenland. Om de ritalin te verkrijgen, werden medische recepten vervalst. Verdachte heeft een aantal van deze vervalste recepten voorhanden gehad. Ritalin mag uitsluitend door apotheken worden verstrekt, nadat dit door een arts is voorgeschreven. Hierdoor wordt gewaarborgd dat ritalin alleen wordt gebruikt als daar een medische reden voor is en dat dit gebruik op een verantwoorde wijze plaatsvindt. Door deze procedure te omzeilen hebben verdachte en haar medeverdachten de gezondheid van de afnemers in gevaar gebracht. Verdachte heeft hier geen oog voor gehad en zij heeft zich enkel laten leiden door financieel gewin. Daarnaast heeft verdachte geld, bitcoins en een auto witgewassen, die zijn verkregen uit onder andere de handel in ritalin. Uit het dossier is verder gebleken dat verdachte en medeverdachten betrokken waren bij een structuur die neerkomt op het doorstorten van gelden en het gebruik maken van katvangers en schijnbedrijven, om zo illegale geldstromen aan het zicht te onttrekken en hun betrokkenheid af te schermen. Witwassen brengt de legale economie in gevaar en bedreigt de integriteit van het financiële en economische verkeer. Daarnaast heeft verdachte samen met iemand anders een arbeidsovereenkomst valselijk opgemaakt, met de bedoeling om een hogere hypotheek af te kunnen sluiten dan zij zonder deze arbeidsovereenkomst had kunnen krijgen.
De rechtbank acht de bewezen verklaarde feiten zeer ernstig. Deze feiten rechtvaardigen op zichzelf al een langdurige gevangenisstraf. De rechtbank sluit zich met betrekking tot de handel in ritalin aan bij de oriëntatiepunten van het LOVS ten aanzien van het dealen van harddrugs vanuit een pand en/of op straat. Voor een periode van 6 tot 12 maanden, waarbij met enige regelmaat wordt gedeald, is het oriëntatiepunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. Daarnaast heeft verdachte valsheid in geschrift en gewoontewitwassen gepleegd. Hoewel verdachte zich gedurende een kortere periode schuldig heeft gemaakt aan de bewezen verklaarde feiten dan medeverdachte [medeverdachte 1] en hij meer een initiërende en leidende rol heeft gehad, kan verdachte wel als volwaardig medepleger worden gezien. Verdachte heeft bovendien geprofiteerd van de strafbare feiten die zij heeft gepleegd.
Alles overwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden passend en geboden. De rechtbank gaat daarmee niet mee in de afspraken die tussen de verdediging en de officier van justitie zijn gemaakt in het afdoeningsvoorstel. De rechtbank is van oordeel dat de afspraak die is gemaakt met betrekking tot de op te leggen straf absoluut geen recht doet aan de ernst van de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank houdt verder geen rekening met de proceshouding van verdachte, nu verdachte ter terechtzitting, anders dan verwacht mag worden bij een ‘erkennende’ proceshouding, geen enkele openheid van zaken heeft gegeven en haar proceshouding slechts lijkt te zijn ingegeven door het gunstige vooruitzicht van het afdoeningsvoorstel.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de gevangenisstraf geheel of deels in voorwaardelijke zin op te leggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
Nu de rechtbank komt tot deze strafoplegging, komt haar eerder gemaakte afweging met betrekking tot de voorlopige hechtenis, die hangende de strafzaak is geschorst, ook anders te liggen. Verdachte heeft gedurende een aantal jaren drugs- en fraudegerelateerde feiten gepleegd. Gelet op de lange periode en het stelselmatige karakter van bewezen verklaarde feiten, is de rechtbank van oordeel dat het recidivegevaar onverkort aanwezig is.
De strafvorderlijke belangen bij voortzetting van de voorlopige hechtenis dienen thans - na afdoening van deze strafzaak - zwaarder te wegen dan de persoonlijke belangen van verdachte bij schorsing daarvan. De schorsing van de voorlopige hechtenis zal daarom worden opgeheven.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 57, 225, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart het onder 1 primair, 2 A en B primair, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Beveelt de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Timmermans, voorzitter, mr. L.W. Janssen en mr. H. Brouwer, rechters, bijgestaan door mr. B.E. Oosterhout, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 april 2022.
Bijlage (tenlastelegging)
Aan verdachte is na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 11 december 2018 in de gemeente(n) Groningen en/of Tynaarlo en/of Winschoten en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen,
- opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, en/of- opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid methylfenidaat, althans van een materiaal bevattende methylfenidaat, althans/zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
althans, indien ten aanzien van het bovenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte 1] in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot 11 december 2018 in de gemeente(n) Groningen en/of Tynaarlo en/of Winschoten en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen,
- -
opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, en/of
- -
opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijkaanwezig heeft gehad, een hoeveelheid methylfenidaat, althans van een materiaal bevattende methylfenidaat, althans/zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf die [medeverdachte 1] (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft verdachte opzettelijk die [medeverdachte 1] en/of zijn medeverdachte(n) geholpen door
- -
aan die [medeverdachte 1] daartoe haar woning en of auto('s) ter beschikking te stellen, en/of
- -
die [medeverdachte 1] te vervoeren, althans bij het vervoer te assisteren, naar een of meerapotheken in diverse plaatsen in Nederland teneinde die [medeverdachte 1] in staat te stellen methylfenidaat op te halen bij die apothe(e)k(en), en/of
- -
die [medeverdachte 1] te helpen bij het verwerken van (klant)bestelling(en) (via internet) vanmethylfenidaat en/of het verpakken van (die bestelde) methylfenidaat(medicijnen) en/of het maken en/of plakken van een of meer labels en/of adresstickers ten behoeve van (de)
postpakketverzending(en) van die (bestelde) methylfenidaat en/of het op de post doen of ter verzending aanbieden van die (methylfenidaat)bestelling(en);
althans, indien ten aanzien van het bovenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
zij op of omstreeks 11 december 2018 te Eelderwolde, althans in de gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid methylfenidaat, althans van een materiaal bevattende methylfenidaat, althans/zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaaksdossier 1) 2.
A) zij op of omstreeks 11 december 2018 te Eelderwolde, althans in de gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen, opzettelijk voorhanden heeft gehad een of meer valse of vervalste geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
- -
( een) (medische) recept(en) voor methylfenidaat, op naam van psychiater [naam 4] , gedateerd op28 november 2018, en/of
- -
een (medisch) recept voor diazepam, op naam van psychiater [naam 5] , gedateerd op
27 november 2018, en/of
- -
( een) (medische) recept(en) voor diazepam, op naam van psychiater [naam 6] , gedateerd op 3 december 2018, bestemd voor [medeverdachte 2] , en/of
- -
een (medisch) recept voor diazepam, op naam van psychiater [naam 6] , gedateerd op 10 december2018, bestemd voor [medeverdachte 2] ,
- -
( een) (medische) recept(en) voor methylfenidaat, op naam van psychiater [naam 4] , gedateerd op
28 december 2018, en/of
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat dat/die (medische) recept(en) geheel vals/fictief was/waren opgemaakt, althans van een valse datum en/of valse handtekening en/of onjuiste persoons- en/of adresgegevens was/waren voorzien, terwijl verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die geschrift(en) bestemd was/waren voor zodanig gebruik, namelijk als was/waren dat/die geschrift(en) echt en onvervalst; (zaaksdossier 2; AH-187/190/228-03; p. 1962/1952/2887)
EN/OF
B) zij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2018 tot en met 11 december 2018, althans in 2018, in de gemeente(n) Tynaarlo en/of Utrecht elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen een geschrift dat bestemd was om te dienen tot het bewijs van enig feit, namelijk een arbeidsovereenkomst, gedateerd op 1 oktober 2018, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met haar medeverdachte(n), althans alleen, geheel vals/fictief een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd opgemaakt of doen/laten opmaken (zogenaamd) tussen [bedrijf 1] en/of [medeverdachte 3] , althans op die arbeidsovereenkomst onjuiste gegevens vermeld of doen/laten vermelden omtrent de status van het dienstverband en/of de datum van indiensttreding en/of het bruto maandsalaris, met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
althans, indien ten aanzien van het bovenstaande onder B) geen veroordeling mocht volgen,
dat zij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2018 tot en met 11 december 2018, althans in 2018, in de gemeente(n) Groningen en/of Tynaarlo en/of Utrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen, een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten gewoontewitwassen van een grond en/of een woning of onroerend goed, heeft voorbereid door opzettelijk een voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s), te weten een arbeidsovereenkomst en/of (een) (zogenaamde) salarisbetaling(en), bestemd tot het begaan van dat misdrijf, te verwerven en/of vervaardigen en/of voorhanden te hebben,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met haar medeverdachte(n), althans alleen, met dat opzet ten behoeve van verdachte een (geheel) valse arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, gedateerd op 1 oktober 2018, opgesteld of doen/laten opstellen en/of ondertekend en/of (een) (zogenaamde) salarisbetaling(en) ontvangen, en/of (aldus) dat/die voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s) verworven en/of vervaardigd en/of voorhanden gehad, welke arbeidsovereenkomst en/of salarisbetaling(en) bestemd was/waren ter voorbereiding van de financiering van de (grond)aankoop en/of nieuwbouwwoning (met betrekking tot project [project] te Groningen), althans onroerend goed, teneinde (door middel van een (valse) hypotheekaanvraag) de werkelijke aard en/of de herkomst van (de financiering van) die grond en/of die woning, althans onroerend goed, te verbergen en/of verhullen, en/of die grond en/of die woning, althans onroerend goed, te verwerven, terwijl verdachte wist dat (dan) die grond en/of die woning, althans dat onroerend goed, geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - (voortdurend) afkomstig was/zou zijn uit enig misdrijf; (zaaksdossier 7; V-016-01; AH-228-07, p. 2927);
3.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 11 december 2018, in de gemeente(n) Groningen en/of Tynaarlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, althans alleen, al dan niet een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van witwassen van na te noemen voorwerpen,
immers heeft verdachte (aldus) meermalen (op verschillende tijdstippen in genoemde periode), althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en), te weten
- -
( telkens) een hoeveelheid geld en/of bitcoins, afkomstig van/uit illegale handel in methylfenidaat vanverdachte en/of haar medeverdachte(n), en/of
- -
een auto, merk Renault Clio, kenteken [kenteken] ,
verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen, althans van dat/die voorwerp(en) (telkens) gebruik gemaakt,
terwijl hij (telkens) wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
(zaaksdossier 1; AH-195, p. 2301; AH-205, p. 2331; AH-228-03, p. 2887; AH-223, p. 2550; AH-236, p. 3015)
4.
zij in of omstreeks juli 2016, althans in 2016, in de gemeente(n) Groningen en/of Tynaarlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, althans alleen, al dan niet een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van witwassen van na te noemen voorwerpen,
immers heeft verdachte op of omstreeks na te noemen tijdstip(pen) (aldus) meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en), te weten:
- -
op of omstreeks 5 juli 2016, althans in juli 2016, 535,19 euro, onder vermelding van 'loon week 26',althans een hoeveelheid geld, en/of
- -
op of omstreeks 13 juli 2016, althans in juli 2016, 535,19 euro, onder vermelding van 'loon week 27'althans een hoeveelheid geld, en/of
- -
op of omstreeks 15 juli 2016, althans in juli 2016, 535,19 euro, onder vermelding van 'loon week 28',en/of 535,19 euro onder vermelding van 'vakantiedagen week 30', en/of 535,19 euro, onder vermelding van 'vakantiedagen week 29', althans (telkens) een hoeveelheid geld,
a. a) de werkelijke aard en/of de herkomst verborgen en/of verhuld, en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren en/of wie dat/die voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben gehad, en/of
b) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, althans van dat/die voorwerp(en) (telkens) gebruik gemaakt,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met haar medeverdachte(n), althans alleen, (telkens) dat geld,
- -
( door)gestort of doen/laten doorstorten, onder verhullende vermelding(en), al dan niet via een ofmeer andere bankrekening(en) waar verdachte en/of haar medeverdachte(n) het beheer en/of beschikkingsmacht over had(den), te weten van het/de (schijn)bedrijf/bedrijven
- -
[bedrijf 4] ( [rekeningnummer] ), en/of- [bedrijf 3] ( [rekeningnummer] ), en/of (aldus) (telkens) dat geld (door)gestort en/of omgezet of doen/laten (door)storten en/of omzetten, onder verhullende vermelding(en), naar een bankrekening van verdachte, te weten haar bankrekening [rekeningnummer] ,
terwijl zij (telkens) wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
(zaaksdossier 4, p. 81/82; AH-310, p. 3409/3416; AH-142, p. 1344)