Einde inhoudsopgave
Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen
Artikel 26.01 Toepasselijkheid van Deel II
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2018
- Bronpublicatie:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Inwerkingtreding
07-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Op pleziervaartuigen zijn van toepassing:
- a)
van hoofdstuk 3:
de artikelen 3.01, 3.02, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, 3.03, eerste lid, onderdeel a, en zesde lid, en 3.04, eerste lid;
- b)
- c)
van hoofdstuk 6:
de artikelen 6.01, eerste lid, en 6.08;
- d)
van hoofdstuk 7:
de artikelen 7.01, eerste en tweede lid, 7.02, 7.03, eerste en tweede lid, 7.04, eerste lid, en 7.05, tweede lid, en
artikel 7.13 voor pleziervaartuigen met een éénmansstuurstelling voor het varen op radar;
- e)
van hoofdstuk 8:
artikel 8.01, eerste en tweede lid, artikel 8.02, eerste en tweede lid, artikel 8.03, eerste en derde lid, artikel 8.04, artikel 8.05, eerste tot en met tiende lid en dertiende lid, artikel 8.06, artikel 8.07, artikel 8.08, eerste, tweede, vijfde, zevende en tiende lid, artikel 8.09, eerste lid, artikel 8.10;
- f)
- g)
van hoofdstuk 10:
artikel 10.01, eerste lid, van overeenkomstige toepassing;
- h)
van hoofdstuk 13:
artikel 13.01, tweede, derde en vijfde tot en met veertiende lid, artikel 13.02, eerste lid, onderdelen a tot en met c, en derde lid, onderdelen a en e tot en met h, artikel 13.03, eerste lid, onderdelen a, b en d: er moeten echter minstens twee blustoestellen aan boord aanwezig zijn; en voorts de artikelen 13.03, tweede tot en met zesde lid, 13.04, 13.05, 13.07 en 13.08;
- i)
- j)
2.
In het geval van pleziervaartuigen waarop Richtlijn 2013/53/EU1. van toepassing is, hebben het aanvankelijk onderzoek en de periodieke onderzoeken slechts betrekking op:
- a)
artikel 6.08, in het geval dat een bochtaanwijzer aanwezig is;
- b)
de artikelen 7.01, tweede lid, 7.02, en 7.03, eerste lid, alsmede artikel 7.13, in het geval dat er sprake is van een éénmansstuurstelling voor het varen op radar;
- c)
- d)
artikel 13.01, tweede, derde, zesde en veertiende lid, artikel 13.02, eerste lid, onderdelen b en c, en derde lid, onderdelen a en e tot en met h, artikel 13.03, eerste lid, onderdelen b en d, en tweede tot en met zesde lid, en artikel 13.08;
- e)
- f)
van hoofdstuk 17:
- aa)
- bb)
artikel 17.13, waarbij de keuring na ingebruikneming van de vloeibaargasinstallatie overeenkomstig de eisen van Richtlijn 2013/53/EG geschiedt en aan de Commissie van deskundigen hierover een verklaring van goedkeuring moet wordenovergelegd;
- cc)
de artikelen 17.14 en 17.15 met dien verstande, dat de vloeibaargasinstallatie aan de eisen van Richtlijn 2013/53/EG moet beantwoorden;
- dd)
hoofdstuk 17 in zijn geheel, indien de vloeibaargasinstallatie wordt ingebouwd nadat het pleziervaartuig in het verkeer is gebracht.
Voetnoten
Richtlijn 2013/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 betreffende pleziervaartuigen en waterscooters en tot intrekking van Richtlijn 94/25/EG (OJ L 354, 28.12.2013).