NJB 2019/2427
Afwijzing van verzoek van de verdediging tot oproepen van getuigen die in Turkije verblijven terwijl een eerder verzoek daartoe door het hof is toegewezen, art. 288 Sv: in casu kon het hof alsnog tot de afwijzing komen op de grond dat het onaannemelijk is dat de getuigen binnen een aanvaardbare termijn kunnen worden gehoord. Het hof heeft zich voor dit oordeel onder meer gebaseerd op (i) bevindingen van de Raadsheer‑Commissaris, (ii) hetgeen door de verdediging op de terechtzitting is aangevoerd, en (iii) het tijdsverloop sinds het getuigenverzoek is toegewezen op de terechtzitting in hoger beroep. Daarbij is van belang dat het gaat om getuigen die in Turkije verblijven, dat de verdediging geen informatie heeft verschaft waaruit zou kunnen blijken dat deze getuigen binnen afzienbare tijd wel zouden kunnen worden gehoord, en dat uit informatie van de AIRS van na 9 maart 2017 naar voren is gekomen dat de afhandeling van rechtshulpverzoeken aan Turkije, zo zij al doorgang kunnen vinden, lang zal duren
HR 29-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1640
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/00733
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1640, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1094, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑11‑2018
- Wetingang
Essentie
Afwijzing van verzoek van de verdediging tot oproepen van getuigen die in Turkije verblijven terwijl een eerder verzoek daartoe door het hof is toegewezen, art. 288 Sv: in casu kon het hof alsnog tot de afwijzing komen op de grond dat het onaannemelijk is dat de getuigen binnen een aanvaardbare termijn kunnen worden gehoord. Het hof heeft zich voor dit oordeel onder meer gebaseerd op (i) bevindingen van de Raadsheer‑Commissaris, (ii) hetgeen door de verdediging op de terechtzitting is aangevoerd, en (iii) het tijdsverloop sinds het getuigenverzoek is toegewezen op de terechtzitting in hoger beroep. Daarbij is van belang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.