Uitvoeringswet der bepalingen van de artikelen 33, 36, 37 en 38 der herziene akte omtrent de Rijnvaart
Uitvoeringswet der bepalingen van de artikelen 33, 36, 37 en 38 der herziene akte omtrent de Rijnvaart:Artikel 3
Uitvoeringswet der bepalingen van de artikelen 33, 36, 37 en 38 der herziene akte omtrent de Rijnvaart
Artikel 3
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-07-1869
- Bronpublicatie:
16-07-1869, Stb. 1869, 139 (uitgifte: 17-07-1869, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1869
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-1869, Stb. 1869, 139 (uitgifte: 17-07-1869, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Zoowel in burgerlijke als in strafzaken gelden bij de door deze wet aangewezen regters en regterlijke collegien de gewone regelen van regtspleging, onverminderd het bepaalde bij art. 36 der herziene Rijnvaart-akte.
2.
De burgerlijke zaken worden steeds summierlijk behandeld.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.