Einde inhoudsopgave
Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
26-03-2024, Stcrt. 2024, 10975 (uitgifte: 04-04-2024, regelingnummer: 2024-0000077334)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2024, Stcrt. 2024, 10975 (uitgifte: 04-04-2024, regelingnummer: 2024-0000077334)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Nabestaandenuitkering
1.
Het wezenpensioen bedraagt voor een kind, dat door het overlijden van de verzekerde ouderloos is geworden, USD 543 per maand, indien het jonger is dan tien jaar en USD 595 per maand indien het tien jaar of ouder, doch nog geen 15 jaar is.
2.
Het wezenpensioen bedraagt voor een kind, dat door het overlijden van de verzekerde vaderloos onderscheidenlijk moederloos is geworden, USD 499 per maand, indien het jonger is dan tien jaar en USD 543 per maand indien het tien jaar of ouder, doch nog geen 15 jaar is.
3.
Het wezenpensioen bedraagt voor een kind, bedoeld in artikel 9, vijfde lid, USD 595 per maand, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen a of b, en USD 686 per maand, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen c of d.
4.
Indien op grond van meer dan één overlijden aanspraak op wezenpensioen kan worden gemaakt, wordt het hoogste wezenpensioen toegekend.