Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen
Artikel 11 [Geen gezagsbeslissing]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1983
- Bronpublicatie:
20-05-1980, Trb. 1981, 10 (uitgifte: 15-01-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-07-1990, Trb. 1990, 95 (uitgifte: 09-07-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
1.
Beslissingen inzake het bezoekrecht en bepalingen uit beslissingen inzake het gezag die betrekking hebben op het bezoekrecht, worden erkend en ten uitvoer gelegd onder dezelfde voorwaarden als de overige beslissingen inzake het gezag.
2.
De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat kan evenwel nadere regels vaststellen voor de verwezenlijking en de uitoefening van het bezoekrecht, met name rekening houdend met verplichtingen die de partijen daaromtrent op zich hebben genomen.
3.
Wanneer geen beslissing inzake het bezoekrecht is gegeven of wanneer de erkenning of de tenuitvoerlegging van de beslissing inzake het gezag is geweigerd, kan de centrale autoriteit van de aangezochte Staat haar bevoegde autoriteiten verzoeken een beslissing inzake het bezoekrecht te geven, indien de persoon die op dit recht aanspraak maakt, hierom verzoekt.