NJB 2018/1245:Borg. Eenzijdige overeenkomst. Verplichtingen van de schuldeiser. De bank verstrekt een kredietfaciliteit, met een zakelijke borg als zekerheid. De hoofdschuldenaar komt de verplichtingen niet na. Gedurende anderhalf jaar blijft de bank betrokken bij een poging tot herstructurering van de groep waartoe de hoofdschuldenaar behoort, zonder de borg daarover te informeren. Daarna spreekt de bank de borg aan. De borg vordert ontbinding van de borgtochtovereenkomst. Hoge Raad: Het hof heeft in cassatie onbestreden geoordeeld dat de bank in strijd heeft gehandeld met haar zorgvuldigheidsverplichting jegens de borg, doordat zij de borg onkundig heeft gelaten van haar voornemen om de hoofdschuldenaar in afwachting van een herstructurering nog niet op haar verzuim aan te spreken. De schending van deze verplichting geeft de borg niet het recht tot ontbinding, nu deze schending geen tekortkoming oplevert in de nakoming van een verplichting die in een ruilverhouding staat tot de verbintenis van de borg