NJFS 2006, 212
Rb. Amsterdam, 26-05-2006, nr. 13/993023-04
Rb. Amsterdam 26-05-2006, ECLI:NL:RBAMS:2006:AX6763
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
26 mei 2006
- Magistraten
Mrs. A.A.M. van Oosten, D.J. Cohen Tervaert, J. Piena
- Zaaknummer
13/993023-04
- LJN
AX6763
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2006:AX6763, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 26‑05‑2006
- Wetingang
Wte 1995 art. 46 en 46b (oud)
Essentie
Economisch strafrecht.
1. Begrip ‘onverwijld’ in art. 46b (oud) Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte). Nu nimmer melding heeft plaatsgevonden is de verjaringstermijn nog niet aangevangen.
2. De constructie om aan de meldingsplicht van art. 46b (oud) Wte te ontkomen was in het licht van de doelstelling van de Wte onhoudbaar.
3. Art. 46 (nieuw) Wte is voor verdachte geen gunstiger bepaling dan art. 46 (oud) Wte.
Samenvatting
1. De Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte) beoogt een transparante effectenmarkt te bevorderen. Daarmee in strijd is de opvatting dat het niet onverwijld melden van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.