Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 7:38 (vervallen van bestuurlijke boete)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Een bestuurlijke boete vervalt, indien zij op het tijdstip van het overlijden van de overtreder niet onherroepelijk is. Een onherroepelijke boete vervalt, voor zover zij op dat tijdstip nog niet is betaald.
2.
Een reeds opgelegde bestuurlijke boete vervalt, indien het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba met toepassing van artikel 25 van het Wetboek van Strafvordering BES voor de desbetreffende overtreding de vervolging van de overtreder beveelt.
3.
De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vervalt vijf jaren na de dag waarop de overtreding heeft plaatsgevonden.
4.
Indien tegen de bestuurlijke boete bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld, wordt de vervaltermijn opgeschort tot onherroepelijk op het bezwaar of beroep is beslist.