NJFS 2010, 135
OM niet-ontvankelijk bij overschrijding redelijke termijn in jeugdzaken.
Rb. Rotterdam 16-02-2010, ECLI:NL:RBROT:2010:BL4514
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
16 februari 2010
- Magistraten
Mrs. Pit, Wiersinga, Benaissa
- Zaaknummer
10/651004-06
10/660092-06
- LJN
BL4514
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2010:BL4514, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 16‑02‑2010
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Redelijke termijn. Het OM wordt niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de redelijke termijn van ruim 33 maanden bij een minderjarige verdachte.
Samenvatting
Er zijn ruim 49 maanden verlopen tussen de betekening van de inleidende dagvaarding en het eindvonnis. Zeker voor een minderjarige verdachte is dit een excessieve en volstrekt onaanvaardbare overschrijding van de redelijke termijn van ruim 33 maanden. De Hoge Raad heeft per strafmodaliteit uitgangspunten geformuleerd voor strafvermindering bij overschrijding van de redelijke termijn en daarbij niet de jeugddetentie genoemd. Dit is, gelet op het bijzondere karakter van het jeugdstrafrecht, ook niet bevreemdend. Volgt niet-ontvankelijkverklaring van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.