NJ 1950/179
Trad dood in ten gevolge van het (laatste) schot? Noodweer-exces? Tijdsverloop tussen aanranding — heftige gemoedsbeweging — schot. Blijkt uit p.v. der zitting dat deskundigen-verklaring niet werd betwist?
HR 22-11-1949, ECLI:NL:HR:1949:53, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 november 1949
- Magistraten
Mrs Fick, van der Meulen. Feber, Rombach, Vrij
- Zaaknummer
[22111949/NJ_1950-179]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS133780:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1949:53, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑11‑1949
- Wetingang
Essentie
Trad dood in ten gevolge van het (laatste) schot? Noodweer-exces? Tijdsverloop tussen aanranding — heftige gemoedsbeweging — schot. Blijkt uit p.v. der zitting dat deskundigen-verklaring niet werd betwist?
Samenvatting
De rechter kon uit de in het vonnis vermelde feiten en omstandigheden afleiden, dat het slachtoffer, hoewel door drie schotwonden zwaar en mogelijk reeds dodelijk gewond, door het laatste schot alsnog zodanig is getroffen, dat tengevolge van dit schot de dood is ingetreden, al is dan op dit toen intreden van den dood mede van invloed geweest de verminderde weerstand van het slachtoffer, veroorzaakt door de drie voorafgaande schotwonden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.