V-N 2022/46.6:Vorming HIR toegestaan, ook al is herinvesteringsvoornemen in vervreemdingsjaar niet realiseerbaar

V-N 2022/46.6

Vorming HIR toegestaan, ook al is herinvesteringsvoornemen in vervreemdingsjaar niet realiseerbaar

Documentgegevens:

HR 21-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1507, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 21 oktober 2022
Magistraten: Feteris, Faase, Van Eijsden
Zaaknummer: 20/03362
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS674646:1
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting / Winst
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2022:1507, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑10‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑10‑2022
Wetingang: art. 3.54 Wet IB 2001; art. 8 Wet VPB 1969

Essentie

De Hoge Raad oordeelt dat voor de vorming van een HIR niet is vereist dat het voornemen tot herinvestering realiseerbaar is in het jaar van vervreemding van het bedrijfsmiddel. Het oordeel van het hof is op dit punt dan onjuist.

Samenvatting

X bv exploiteert onroerende zaken. Op instigatie van haar financiers verkoopt X bv in de jaren 2010-2012 bijna al haar onroerende zaken. Met de opbrengst lost ze haar hypotheken af en betaalt ze kortlopende (belasting)schulden. De boekwinsten brengt X bv onder in een herinvesteringsreserve (HIR). De inspecteur is van mening dat X bv ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.