Prg. 2001, 5624
Verweer dat vaststellingsovereenkomst op grond van dwaling vernietigd moet worden, wordt gepasseerd, daar niet is gebleken dat eiser, curator in een faillissement, gedaagde zodanig onjuiste informatie zou hebben verstrekt dat er sprake zou zijn van grovelijke wanprestatie.
Rb. Dordrecht 13-12-2000, ECLI:NL:RBDOR:2000:AJ0570, m.nt. M. van Zijst
- Instantie
Rechtbank Dordrecht
- Datum
13 december 2000
- Magistraten
C. van Steenderen-Koornneef
- Zaaknummer
32464HAZA00-2176
- Noot
M. van Zijst
- LJN
AJ0570
- JCDI
JCDI:ADS873250:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDOR:2000:AJ0570, Uitspraak, Rechtbank Dordrecht, 13‑12‑2000
- Wetingang
BW art. 3:44; BW art. 6:61 lid 2; BW art. 6:228 lid 2; BW art. 7:900; BW art. 7:901
Essentie
Verweer dat vaststellingsovereenkomst op grond van dwaling vernietigd moet worden, wordt gepasseerd, daar niet is gebleken dat eiser, curator in een faillissement, gedaagde zodanig onjuiste informatie zou hebben verstrekt dat er sprake zou zijn van grovelijke wanprestatie.
Samenvatting
Curator vordert veroordeling van gedaagde tot betaling van ƒ 125 000. Gedaagde zou vlak voor het uitspreken van het faillissement de bedrijfsinventaris en de voorraden van failliet hebben verkocht en de opbrengst ad ƒ 169 359 onder zich hebben gehouden. Nadat de curator gedaagde had gedagvaard op grond van het feit dat hij zich aldus bevoordeelde boven andere schuldeisers, zouden partijen het geschil hebben ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.