NJF 2021/496
Beantwoording van prejudiciële vragen met betrekking tot de zorgplicht van de opvolger (niet-bank) van de bank als crediteur uit hoofde van een leningsovereenkomst.
Rb. Amsterdam 17-02-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:956
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
17 februari 2021
- Magistraten
Mr. R.H.C. Jongeneel
- Zaaknummer
C/13/640141 / HA ZA 17-1342
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2021:956, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 17‑02‑2021
ECLI:NL:RBAMS:2019:5729, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 07‑08‑2019
ECLI:NL:RBAMS:2019:3918, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 29‑05‑2019
- Wetingang
Essentie
Beantwoording van prejudiciële vragen met betrekking tot de zorgplicht van de opvolger (niet-bank) van de bank als crediteur uit hoofde van een leningsovereenkomst.
Samenvatting
Redactie: Vervolg op Hoge Raad 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1274, NJ 2021/35. In dat arrest heeft de Hoge Raad een aantal prejudiciële vragen beantwoord in die zin dat het vorderingsrecht van een bank wel op een niet-bank overdraagbaar is en de zorgplichten van de bank in principe niet overgaan. Met betrekking tot bijzondere zorgplichten kan de bank haar vordering echter niet zonder die plichten overdragen. Verweren die de client ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.