AB 2004, 165
Geen exclusieve werking schaderegeling in verband met onttrekking of infiltratie krachtens Grondwaterwetvergunning; onderscheid tussen feitelijk gebruik vergunning en behartigen openbaar belang; gelijkheid voor de openbare lasten.
ABRvS 24-03-2004, ECLI:NL:RVS:2004:AO6051, m.nt. A. van Hall (infiltratieschade Leiduin)
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 maart 2004
- Magistraten
Mrs. Drupsteen, Van Ettekoven, Van Wijmen
- Zaaknummer
200105932/1
- Noot
A. van Hall
- LJN
AO6051
- Roepnaam
infiltratieschade Leiduin
- JCDI
JCDI:ADS866771:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Staatsrecht / Decentralisatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2004:AO6051, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑03‑2004
- Wetingang
Grondwaterwet art. 35
Essentie
Geen exclusieve werking schaderegeling in verband met onttrekking of infiltratie krachtens Grondwaterwetvergunning; onderscheid tussen feitelijk gebruik vergunning en behartigen openbaar belang; gelijkheid voor de openbare lasten.
Samenvatting
Noch de tekst van de Grondwaterwet (GWW), noch de geschiedenis van de totstandkoming daarvan bieden aanknopingspunten voor de veronderstelling dat de wetgever rekening heeft gehouden met de mogelijkheid dat naast de gehoudenheid van de vergunninghouder om schade als gevolg van het feitelijk gebruik van een vergunning voor onttrekking of infiltratie te ondervangen, het tot vergunningverlening bevoegd gezag gehouden kan zijn tot het toekennen van compensatie voor nadeel als gevolg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.