AB 2003, 393
Ontvankelijkheid Milieudefensie; geen-spijtbeleid bij toekomstig kustbeleid; andere, zware maatschappelijke belangen; nieuw interimbeleid; toeristische weg door primaire kering.
ABRvS 02-07-2003, ECLI:NL:RVS:2003:AH8965, m.nt. A. van Hall
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
2 juli 2003
- Magistraten
Van Dijk, Van der Meer, Van Angeren
- Zaaknummer
200203096/1
- Noot
A. van Hall
- LJN
AH8965
- JCDI
JCDI:ADS866928:1
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2003:AH8965, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 02‑07‑2003
- Wetingang
Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken art. 3 lid 1; Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken art. 3 lid 2
Essentie
Ontvankelijkheid Milieudefensie; geen-spijtbeleid bij toekomstig kustbeleid; andere, zware maatschappelijke belangen; nieuw interimbeleid; toeristische weg door primaire kering.
Samenvatting
In het beleid voorgestane belang van een duurzame veiligheid en bescherming van de kust moet, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, worden aangemerkt als een belang van waterstaatkundige aard als bedoeld in art. 3 lid 1 van de Wbr.
Het interimbeleid staat, indien sprake is van een bouwactiviteit binnen een gebied met aaneengesloten bebouwing van een kustgemeente, die past binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan en niet leidt tot extra schade bij stormen, niet aan vergunningverlening in de weg. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.